ECLI:NL:GHDHA:2018:2273
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Wijziging van kinderalimentatie en partneralimentatie na echtscheiding met betrekking tot draagkracht en extra lasten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 5 september 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie en partneralimentatie na een echtscheiding. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de rechtbank Rotterdam van 7 september 2017 aangevochten, waarin de alimentatieverplichtingen waren vastgesteld. De man stelde dat zijn financiële situatie was veranderd door een inkomensverlies dat niet verwijtbaar was, en dat hij extra lasten had door huwelijkse schulden. De vrouw, verweerster in hoger beroep, heeft de verzoeken van de man betwist en verzocht om de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn verzoeken.
Het hof heeft vastgesteld dat de man en vrouw ouders zijn van een minderjarige en dat er eerder een echtscheidingsconvenant was opgesteld waarin alimentatieverplichtingen waren vastgelegd. Het hof heeft de draagkracht van beide partijen beoordeeld, rekening houdend met hun huidige inkomens en lasten. De man heeft zijn inkomen verlaagd door een reorganisatie en heeft extra lasten door schulden uit het huwelijk. De vrouw heeft een nieuw dienstverband, maar haar behoefte aan partneralimentatie is niet verminderd.
Uiteindelijk heeft het hof de kinderalimentatie voor de periode van 1 mei 2017 tot 1 juni 2018 vastgesteld op € 217,- per maand en met ingang van 1 juni 2018 op € 267,- per maand. De partneralimentatie is met ingang van 1 mei 2017 op nihil gesteld. De vrouw hoeft geen terugbetaling te doen van te veel ontvangen alimentatie, gezien haar financiële situatie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.