Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
één of meertijdstippen in
of omstreeksde periode van 1 januari 2006 tot en met 16 mei 2008
/ofmet iemand die aan zijn, verdachtes zorg
en/of opleidingwas toevertrouwd, te weten met [slachtoffer] (geboren op [geboortejaar] 1992), buiten echt ontuchtige handelingen heeft gepleegd die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk
(telkens)brengen en
/ofhouden van zijn, verdachtes,
/ofpenis in de mond van die [slachtoffer] en
/of
/ofvinger
(s
)en
/oftong in de vagina van die [slachtoffer]
en/of
/of
/ofaftrekken van, zijn, verdachtes, penis en
/of
/ofbetasten van en
/ofwrijven over de borsten en
/ofvagina
, althans het lichaamvan die [slachtoffer];
of omstreeksde periode van 17 mei 2008 tot en met 16 mei 2010
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, of zodanige handelingen van verdachte te dulden, bestaande die handelingen onder meer uit het:
/ofhouden van zijn, verdachtes
/ofpenis in de mond van die [slachtoffer] en
/of
(s
)en
/oftong en
/ofpenis in de vagina van die [slachtoffer]
/of
/ofaftrekken van zijn, verdachtes, penis en
/of
/ofbetasten van en
/ofwrijven over de borsten en
/ofvagina
, althans het lichaamvan die [slachtoffer],
/of
/ofbeïnvloedbaarheid en
/ofpsychische gesteldheid.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
60 (zestig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.