Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij in of omstreeks 30 december 2016 tot en met 31 december 2016 te Schiedam tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, op de openbare weg (Havendijk en/of Lekstraat) ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een tas (met inhoud), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hij in of omstreeks de periode van 30 december 2016 tot en met 31 december 2016 te Schiedam, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (een) wapen(s) als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op artikel 3, onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, te weten een nabootsing van een pistool, welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een pistool (van het merk [merk]), voorhanden heeft gehad.
hij in
of omstreeksde periode van30 december 2016 tot en met 31 december 2016 te Schiedam tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen, op de openbare weg (Havendijk
en/of Lekstraat) ter uitvoering van het
door verdachtevoorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een tas (met inhoud),
geheel of ten deletoebehorende aan [benadeelde partij],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan
,ente doen vergezellen
en/of te doen volgenvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen [benadeelde partij], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden
,engemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
dehetbestuurdersportier en
/of dehetbijrijdersportier van de auto waarin die [benadeelde partij] zat, open te trekken en
/of
/of
en/of woorden van gelijke strekkingen
/of
een vuurwapen, althanseen op een vuurwapen gelijkend voorwerp te tonen en
/ofin de nabijheid (ongeveer 5 centimeter) van het voorhoofd van die [benadeelde partij] te houden,
hij in
of omstreeksde periode van 30 december 2016 tot en met 31 december 2016 te Schiedam, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen, althans alleen,
(een
)wapen
(s)als bedoeld in artikel 2 lid 1 Categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie gelet op artikel 3, onder a van de Regeling wapens en munitie, te weten een door de Minister van Justitie aangewezen voorwerp dat zodanig op een wapen gelijkt dat het voor bedreiging of afdreiging geschikt is, te weten een nabootsing van een pistool, welke door vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, namelijk een pistool (van het merk [merk]), voorhanden heeft gehad.
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
134 (honderdvierendertig) dagen.
Bepaalt dat een gedeelte van de jeugddetentie, groot30 (dertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van2 (twee) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 1.498,40 (duizend vierhonderdachtennegentig euro en veertig cent) bestaande uit € 498,40 (vierhonderdachtennegentig euro en veertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.498,40 (duizend vierhonderdachtennegentig euro en veertig cent) bestaande uit € 498,40 (vierhonderdachtennegentig euro en veertig cent) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
24 (vierentwintig) dagen jeugddetentie, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.