ECLI:NL:GHDHA:2018:2043
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- A.H.N. Stollenwerck
- A.N. Labohm
- M.A.J. Burgers-Thomassen
- Rechtspraak.nl
Noodzaak van gesloten plaatsing van minderjarige in verband met risico op loverboy circuit
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gesloten plaatsing van een minderjarige. De minderjarige, die verblijft in een gesloten jeugdzorginstelling, heeft hoger beroep ingesteld tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Rotterdam. De rechtbank had een machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend, die op 28 maart 2018 inging en tot 11 september 2018 zou duren. De minderjarige is van mening dat deze gesloten plaatsing niet in haar belang is en verzoekt de beschikking te vernietigen, met het verzoek om een voorwaardelijke machtiging te verlenen of de machtiging te beperken tot drie maanden. De gecertificeerde instelling, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, verzet zich tegen dit verzoek en stelt dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is vanwege de ernstige zorgen over de veiligheid van de minderjarige, die in het verleden in aanraking is gekomen met loverboys en andere problematische situaties. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 juli 2018 zijn de minderjarige, haar moeder en vertegenwoordigers van de gecertificeerde instelling verschenen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig gewogen en is tot de conclusie gekomen dat de gronden voor de gesloten plaatsing nog steeds aanwezig zijn. De minderjarige heeft in het verleden meerdere kansen gehad om aan hulpverlening mee te werken, maar heeft dit niet gedaan. Het hof bekrachtigt daarom de bestreden beschikking en wijst het verzoek van de minderjarige af.