Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 december 2015 tot en met 29 december 2015, in de gemeente Papendrecht, althans in Nederland, opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer], in het openbaar bij afbeelding heeft beledigd, door privéfoto's en/of privéfilmpjes waarop die voornoemde [slachtoffer] naakt te zien is en/of waarop seksuele gedragingen van voornoemde [slachtoffer] zichtbaar zijn, via Instagram, althans via de "social media" naar derden te versturen en/of te verspreiden en/of voor derden zichtbaar te maken.
op een (of meer) tijdstip(pen)in
of omstreeksde periode van 27 december 2015 tot en met 29 december 2015,
in de gemeente Papendrecht, althansin Nederland opzettelijk, door middel van het verspreiden
en/of openlijk tentoonstellenvan afbeeldingen, de eer en
/ofde goede naam van [slachtoffer] heeft aangerand door telastlegging van een
of meerbepaald
(e)feit
(en), met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, immers heeft verdachte met voormeld doel
een of meerafbeelding
(en
), te weten meerdere foto's en
/offilmpjes, waarop voornoemde [slachtoffer] naakt
(en
/ofmet ontbloot bovenlichaam
)stond afgebeeld en
/ofwaarop seksuele gedragingen van voornoemde [slachtoffer] zichtbaar zijn,
(via de social media, waaronderInstagram
)tentoongesteld en
/ofverspreid.
smaadschrift.
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
60 (zestig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
30 (dertig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 1.000,00 (duizend euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.000,00 (duizend euro) als vergoeding voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.