ECLI:NL:GHDHA:2018:2007

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
8 augustus 2018
Publicatiedatum
9 augustus 2018
Zaaknummer
22-000841-18
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens gebrek aan bewijs van niet-naleving van een bevel tot winteropvang

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Saoedi-Arabië in 1968, was ten tijde van de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep gedetineerd. De advocaat-generaal had gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zou worden vernietigd en dat de verdachte zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week met aftrek van voorarrest. De verdachte had echter hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis waarin hij was veroordeeld tot dezelfde straf.

De tenlastelegging betrof het niet naleven van een bevel tot winteropvang in Leiden, dat was gegeven op basis van de Gemeentewet. Het hof heeft vastgesteld dat het bevel niet correct was ingevuld; de naam van de verdachte ontbrak, evenals informatie over wie het bevel had uitgegeven en op welke datum. Hierdoor kon niet wettig en overtuigend worden bewezen dat het bevel aan de verdachte was gedaan zoals ten laste gelegd.

Het hof heeft geconcludeerd dat het vonnis waarvan beroep niet in stand kon blijven en heeft de verdachte vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten. De beslissing van het hof is genomen na onderzoek van de zaak en het horen van de vordering van de advocaat-generaal, alsook de verdediging van de verdachte. Het arrest is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 augustus 2018, waarbij mr. W.M. Limborgh niet in staat was het arrest te ondertekenen.

Uitspraak

Rolnummer: 22-000841-18
Parketnummer: 09-817353-18
Datum uitspraak: 8 augustus 2018
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 26 februari 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Saoedi-Arabië) op [geboortejaar] 1968,
ten tijde van de behandeling ter terechtzitting in hoger beroep uit anderen hoofde gedetineerd in [x].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 25 juli 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week met aftrek van voorarrest.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 week met aftrek van voorarrest.
De verdachte heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 februari 2018 te Leiden opzettelijk niet heeft voldaan aan een bevel, te weten een bevel Winteropvang daklozen Leiden/ Kouderegeling, gedaan krachtens artikel 172 van de Gemeentewet, in elk geval krachtens enig wettelijk voorschrift, door de burgemeester van Leiden, in elk geval een ambtenaar als bedoeld in artikel 184 Wetboek van Strafrecht, eerste en/of tweede lid, inhoudende dat hij, verdachte, zich op 23 februari 2018 tussen 23:00 uur en 24 februari 2018 07:00 uur diende te bevinden in/op de opvanglocatie "De Binnenvest" aan het Papegaaisbolwerk, immers bevond hij, verdachte, zich op 23 februari 2018 te 23:15 uur opzettelijk in/op het Stationsplein, althans op een openbare weg of plaats gelegen in voornoemd gebied.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof is niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte zal worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hiertoe het volgende.
In het dossier bevindt zich een ongedateerd ‘BEVEL Winteropvang daklozen Leiden’. In strijd met uitdrukkelijke instructies die zich ook in het dossier bevinden, is in dit bevel de naam van de verdachte niet ingevuld en evenmin aan wie, door wie en op welke datum het bevel is uitgereikt.
Het hof is van oordeel dat aldus niet is komen vast te staan dat het bevel aan verdachte - zoals tenlastegelegd - is gedaan.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. A.J.M. Kaptein,
mr. M.J.J. van den Honert en mr. W.M. Limborgh, in bijzijn van de griffier mr. M.S. Ferenczy.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 8 augustus 2018.
Mr. W.M. Limborgh is buiten staat dit arrest te ondertekenen.