ECLI:NL:GHDHA:2018:2006

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
8 augustus 2018
Publicatiedatum
9 augustus 2018
Zaaknummer
22-004848-17
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in hoger beroep wegens onvoldoende bewijs van mishandeling

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1995, was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 250,- of 5 dagen vervangende hechtenis voor de mishandeling van [aangever] op 20 maart 2016 te Leiden. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte opnieuw zou worden veroordeeld. Tijdens de zitting op 25 juli 2018 heeft het hof de zaak behandeld en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte.

Het hof heeft geconcludeerd dat op basis van de beschikbare bewijsmiddelen en de wisselende getuigenverklaringen niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde mishandeling had gepleegd. Het hof heeft daarom het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging. De beslissing van het hof is genomen in een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken. Mr. W.M. Limborgh was niet in staat het arrest te ondertekenen, maar de andere rechters hebben het arrest wel ondertekend.

Uitspraak

Rolnummer: 22-004848-17
Parketnummer: 09-168180-16
Datum uitspraak: 8 augustus 2018
TEGENSPRAAK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 30 oktober 2017 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1995,
[adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 25 juli 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 250,-, subsidiair 5 dagen vervangende hechtenis.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het hem ten laste gelegde veroordeeld tot een geldboete ter hoogte van € 250,-, subsidiair 5 dagen vervangende hechtenis.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 20 maart 2016 te Leiden [aangever] heeft mishandeld door tegen diens wang, althans tegen diens gezicht en/of hoofd te stompen en/of te slaan.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat daarvan slechts aantekening is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Vrijspraak
Naar het oordeel van het hof kan op basis van de bewijsmiddelen en gelet op de diverse afgelegde en wisselende getuigenverklaringen, niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde mishandeling heeft begaan.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Dit arrest is gewezen door mr. A.J.M. Kaptein,
mr. M.J.J. van den Honert en mr. W.M. Limborgh, in bijzijn van de griffier mr. M.S. Ferenczy.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 8 augustus 2018.
Mr. W.M. Limborgh is buiten staat dit arrest te ondertekenen.