Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
spreektde verdachte daarvan
vrij.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1995, was eerder veroordeeld tot een geldboete van € 250,- of 5 dagen vervangende hechtenis voor de mishandeling van [aangever] op 20 maart 2016 te Leiden. De advocaat-generaal had in hoger beroep gevorderd dat het vonnis zou worden vernietigd en dat de verdachte opnieuw zou worden veroordeeld. Tijdens de zitting op 25 juli 2018 heeft het hof de zaak behandeld en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging van de verdachte.
Het hof heeft geconcludeerd dat op basis van de beschikbare bewijsmiddelen en de wisselende getuigenverklaringen niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde mishandeling had gepleegd. Het hof heeft daarom het vonnis waarvan beroep vernietigd en de verdachte vrijgesproken van de beschuldiging. De beslissing van het hof is genomen in een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken. Mr. W.M. Limborgh was niet in staat het arrest te ondertekenen, maar de andere rechters hebben het arrest wel ondertekend.