Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 16 januari 2018
1. [naam 1] ,
2. [naam 2] ,
[naam 4] ,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
I. veroordeling van [geïntimeerde] de op zijn dak aangebrachte extra pannenrij te verwijderen en deze te vervangen door een dakgoot die niet verder uitsteekt dan 20 cm uit de huidige bebouwing en die afstroomt op het gemeentelijke riool;
II. veroordeling van [geïntimeerde] om (a) de strook grond te ontruimen en ontruimd te houden, (b) het houthok te verwijderen en verwijderd te houden, voor zover dit over de erfgrens met perceel 8A/8B is gebouwd, en (c) de bomen te verwijderen en verwijderd te houden, die staan binnen twee meter van deze erfgrens;
III. veroordeling van [geïntimeerde] tot verwijdering, dan wel het ondoorzichtig en vaststaand maken, van na te melden dakramen van de woning van [geïntimeerde] op perceel 10;
dit met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.
eerste griefgericht tegen de overweging van de rechtbank dat met de verlenging van het dak met extra dakpannen de onrechtmatige toestand niet is gewijzigd en de verjaringstermijn niet opnieuw is gaan lopen. [appellanten] stellen dat de bestaande onrechtmatige toestand (de afvoer van hemelwater via het erf van [appellanten] ) is verzwaard door het verwijderen van een dakgoot en het verlengen van het dak met een extra pannenrij.
tweede griefis gericht tegen de rechtsoverweging van de rechtbank dat de vordering tot ontruiming en het ontruimd houden van ‘de strook grond’ tussen de percelen 8B en perceel 10 niet dan wel onvoldoende feitelijk is onderbouwd en op punten te onbepaald is. [appellanten] stellen in hoger beroep dat er sprake is van aanwezigheid op de strook grond van een houthok, begroeiing, een tuinbank, een hekwerk en vijf bomen.
grief IIIfaalt en dat de overige weren niet besproken hoeven te worden.
vierde griefkomen [appellanten] op tegen de veroordeling in de proceskosten in conventie in eerste aanleg. Nu [appellanten] in conventie in eerste aanleg en ook in hoger beroep grotendeels in het ongelijk zijn gesteld, dienen zij deze proceskosten te dragen, zodat ook
grief IVfaalt.
Beslissing
- bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag van 16 december 2015 en rechtdoende op de gewijzigde vordering:
- veroordeelt [geïntimeerde] de vijf bomen te verwijderen en verwijderd te houden die staan binnen twee meter van de erfgrens met perceel 8B (B 2397) en wijst af het door [appellanten] meer of anders gevorderde;