Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
op ofomstreeks 03 september 2016 te 's-Gravenhage, zich met geweld
en/of bedreiging met geweld,heeft verzet tegen
een of meerambtenaren, te weten [verbalisant 1], agent van politie Eenheid Den Haag en
/of[verbalisant 2], agent van politie Eenheid Den Haag, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van
zijn/hun bediening, te weten teneinde na de aanhouding van haar, verdachte, terzake artikel 8 en
/of107 Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) haar over te brengen naar een politiebureau, te weten politiebureau De Heemstraat ter voorgeleiding voor een hulpofficier van justitie en
/ofter uitvoering van een ademanalyse in de zin van artikel 163 WVW 1994, door
(met kracht
)haar arm
(en)los te rukken/trekken en
/ofdoor (grote en/of zwaaiende) arm
en/of handbewegingen te maken en
/ofdoor
(de spieren in
)haar armen aan te spannen en
/ofdoor in tegengestelde richting te bewegen dan waar die ambtena
(a)r
(en
)haar, verdachte, trachtten te bewegen en
/ofdoor
(met kracht
)met haar arm
(en
)en
/ofbe
(e)n
(en
)naar/in de richting van die ambtena
(a)r
(en
)te slaan en
/ofte schoppen,
in elk geval te bewegen,waardoor die [verbalisant 1] geraakt werd op/tegen zijn rechterhand
en/of door met haar, verdachtes, nagels te krabben, terwijl dit misdrijf
en/of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk letsel, te weten een gebroken middenhandsbot in de rechterhand
en/of meerdere krassen op de linkerarmbij die [verbalisant 1] ten gevolge heeft gehad.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) dagen.
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
€ 1.056,00 (duizend zesenvijftig euro)bestaande uit € 56,00 (zesenvijftig euro) materiële schade en € 1.000,00 (duizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.056,00 (duizend zesenvijftig euro)bestaande uit
20 (twintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.