Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 7 augustus 2018
[appellant] ,
ABN AMRO Bank N.V.,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
"
"Artikel 18: Bewijskracht en bewaartermijn bankadministratie
Tegenover de cliënt strekt een uittreksel uit de administratie van de bank tot volledig bewijs, behoudens door de cliënt geleverd tegenbewijs. (...)
Artikel 27: Onmiddellijke opeisbaarheid
Als de cliënt in verzuim is met de nakoming van enige verplichting jegens de bank, mag de bank haar vorderingen op de cliënt door opzegging onmiddellijk opeisbaar maken, tenzij dit gelet op de geringe betekenis van het verzuim niet gerechtvaardigd is. Een dergelijke opzegging geschiedt schriftelijk met vermelding van de reden.
Artikel 35: Opzegging van de relatie
Zowel de cliënt als de bank kan de relatie tussen hen schriftelijk geheel of gedeeltelijk opzeggen. Als de bank de relatie opzegt, deelt zij desgevraagd de reden van de opzegging aan de cliënt mee. Na opzegging van de relatie worden de tussen de cliënt en de bank bestaande individuele overeenkomsten zo spoedig mogelijk afgewikkeld met inachtneming van de daarvoor geldende termijnen. Tijdens de afwikkeling blijven deze algemene bankvoorwaarden en de op de individuele overeenkomsten toepasselijke specifieke voorwaarden van toepassing."
wasvan het feit dat het project Molenkwartier op drijfzand (en fraude) was gebaseerd. Evenmin heeft hij concreet toegelicht op grond waarvan de bank dat (tenminste)
had behorente weten, hetgeen wel op zijn weg had gelegen. De bank kan immers alleen een verwijt worden gemaakt dat zij [appellant] niet heeft gewaarschuwd, indien zij met voldoende mate van zekerheid wist, dan wel behoorde te weten dat de door [betrokkene] /CB-NL aan [appellant] gepresenteerde gegevens niet klopten. Dat een van deze situaties zich heeft voorgedaan, kan het hof niet vaststellen, omdat [appellant] zijn stellingen niet naar behoren heeft onderbouwd. Dit betekent dat grief 1 ook in zoverre faalt.