Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 10 juli 2018
[de erfgenaam] ,
[het biologisch kind] ,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Algemeen
Kern van het geschil en enige achtergrondinformatie
Legitimaris?
Legitimaire massa
€ 100.000,- dat erflater ten behoeve van de toenmalige vof en de belastingschuld van beide vennoten zou hebben betaald. Het hof begrijpt uit de stellingname van appellant in zijn memorie van antwoord in incidenteel appel dat hij een beroep op verrekening doet, in die zin dat de door hem gestelde schuld van geïntimeerde aan erflater ad € 126.385,- op de legitieme portie van geïntimeerde in mindering moet worden gebracht. Dat erflater een vordering op geïntimeerde had, staat echter blijkens het door partijen gevoerde debat in het geheel niet vast voor het hof, zodat voor (het toepassen van) verrekening geen plaats is.
Proceskosten
in zijn hoedanigheid van executeurin de proceskosten te veroordelen en de proceskosten te matigen.
Beslissing
- hetgeen onder 3.1 is bepaald (de legitieme portie)
- hetgeen onder 3.5 is bepaald (de proceskostenveroordeling)