ECLI:NL:GHDHA:2018:1745

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
11 juli 2018
Publicatiedatum
16 juli 2018
Zaaknummer
22-001264-18
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling wegens het witwassen van twee zonnebrillen

In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 11 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in Roemenië in 1980, was eerder vrijgesproken van het primair ten laste gelegde, maar veroordeeld voor het subsidiair ten laste gelegde, namelijk het witwassen van twee zonnebrillen van het merk Bvlgari. De verdachte had op 23 juli 2017 in Zoetermeer deze zonnebrillen verworven, terwijl hij wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze goederen van misdrijf afkomstig waren. Het hof heeft vastgesteld dat de zonnebrillen van diefstal afkomstig waren, aangezien ze op die datum waren weggenomen bij een vestiging van Sunglass Hut in Den Haag. De verdachte had de zonnebrillen zonder verpakking in zijn jaszak, wat ongebruikelijk was voor dure zonnebrillen, en dit droeg bij aan de overtuiging van het hof dat hij op de hoogte was van de criminele herkomst van de goederen.

Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, waarvan twee weken voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren. De strafmotivering was gebaseerd op de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het was begaan. Het hof heeft ook rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder onherroepelijk was veroordeeld voor strafbare feiten. Daarnaast heeft het hof gelast dat de in beslag genomen zonnebrillen worden teruggegeven aan de rechthebbende. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Rolnummer: 22-001264-18
Parketnummer: 09-139119-17
Datum uitspraak: 11 juli 2018
VERSTEK

Gerechtshof Den Haag

meervoudige kamer voor strafzaken

Arrest

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag van 19 maart 2018 in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortejaar] 1980,
[adres] (Roemenië).
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 27 juni 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
Procesgang
In eerste aanleg is de verdachte van het primair ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het subsidiair ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 weken, met aftrek van voorarrest, waarvan 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is - na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 23 juli 2017, te Zoetermeer, althans in Nederland, zich ten aanzien van een aantal voorwerpen, te weten twee zonnebrillen (van het merk Bvlgari) schuldig heeft gemaakt aan het plegen van witwassen, immers heeft hij, verdachte,
- van voornoemde voorwerpen de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of
- verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voornoemde voorwerpen is/zijn en/of
- voornoemde voorwerpen verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet of van voornoemde voorwerpen gebruik gemaakt, terwijl hij, verdachte wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
subsidiair:
hij op of omstreeks 23 juli 2017, te Zoetermeer, althans in Nederland, twee zonnebrillen (van het merk Bvlgari), althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad, en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze (dit) goederen wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van
4 weken waarvan 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op
of omstreeks23 juli 2017
,te Zoetermeer
, althans in Nederland,zich ten aanzien van
een aantal voorwerpen, te wetentwee
zonnebrillen(van het merk Bvlgari) schuldig heeft gemaakt aan het plegen van witwassen, immers heeft hij, verdachte,
- van voornoemde voorwerpen de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing verborgen en/of verhuld en/of
- verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op voornoemde voorwerpen is/zijn en/of
- voornoemde voorwerpen
verworven,voorhanden gehad,
overgedragen en/of omgezet of van voornoemde voorwerpen gebruik gemaakt,terwijl hij, verdachte
,wist dat
datdievoorwerp
engeheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig wa
renuit enig misdrijf.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsvoering
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging
De verdachte wordt verweten zich schuldig te hebben gemaakt aan het witwassen van twee zonnebrillen op 23 juli 2017 te Zoetermeer.
Voor een veroordeling ter zake van witwassen dient wettig en overtuigend te worden bewezen dat de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen van enig misdrijf afkomstig waren.
Het hof is – met de advocaat-generaal – van oordeel dat het onderzoek in de onderhavige zaak heeft geresulteerd in direct bewijs voor een criminele herkomst van de ten laste gelegde zonnebrillen. Uit het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep is immers gebleken dat de zonnebril van het merk Bvlgari met registratienummer [x] op 23 juli 2017 bij een vestiging van Sunglass Hut te Den Haag is weggenomen. Voorts kon de shopmanager van Sunglass Hut – gezien het opvallend model van de bril - zich nog herinneren dat er in 2017 een bril van het merk Bvlgari met registratienummer [x] met een nieuwwaarde van € 350,- is weggenomen. Aldus kan worden vastgesteld dat de zonnebrillen van diefstal afkomstig waren.
Voor de beoordeling van de vraag of de verdachte wetenschap had van de criminele herkomst van de zonnebrillen acht het hof van belang onder welke omstandigheden de zonnebrillen bij de verdachte zijn aangetroffen. Vast is komen te staan dat de zonnebrillen los - zonder koker of zakje - in de jaszak van de verdachte zijn aangetroffen, dat de zonnebrillen bij elkaar een waarde vertegenwoordigden van € 750,- en dat de zonnebrillen nog van de prijskaartjes waren voorzien, hetgeen blijkens de inhoud van het dossier hoogst ongebruikelijk is na aankoop van dergelijke (dure) zonnebrillen. Voornoemde omstandigheden maken dat naar het oordeel van het hof wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de verdachte wist dat de zonnebrillen van enig misdrijf afkomstig waren.
Gelet op het vorenoverwogene kan naar het oordeel van het hof wettig en overtuigend bewezen worden dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen van zonnebrillen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het primair bewezen verklaarde levert op:

witwassen.

Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Strafmotivering
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van twee zonnebrillen. Door goederen van misdrijven aan het zicht van justitie te onttrekken en daaraan een schijnbaar legale herkomst te verschaffen wordt de integriteit van het financieel en economisch verkeer aangetast.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 12 juni 2018, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten.
Het hof is - alles afwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
Beslag
Blijkens pagina 2 van het politieproces-verbaal zijn twee zonnebrillen van het merk Bvlgari met een totale waarde van € 750,- in beslag genomen en gedeponeerd bij het beslaghuis. Niet is gebleken dat ter zake van deze zonnebrillen reeds een last tot teruggave is gegeven. Ingevolge artikel 353 van het Wetboek van Strafvordering zal het hof derhalve gelasten dat de zonnebrillen zullen worden geretourneerd aan de rechthebbende, zijnde [benadeelde partij], [adres].
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 63 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het primair bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
2 (twee) weken,
niet ten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gelast de teruggave aan de rechthebbende,zijnde [benadeelde partij], [adres], van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
 Twee zonnebrillen van het merk Bvlgari met een totale waarde van € 750,-.
Dit arrest is gewezen door mr. Chr.A. Baardman, mr. A. Kuijer en mr. R.F. de Knoop, in bijzijn van de griffier mr. M. Bazuin.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 11 juli 2018.