[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] (Suriname) op [geboortedag] 1963,
thans zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats hier te lande,
BRP-adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 4 juni 2018, 6 juni 2018 en 27 juni 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte vrijgesproken van beide ten laste gelegde feiten.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1:
hij in of omstreeks de periode van 31 december 2009 tot en met 4 januari 2010
te Rotterdam en/of Amsterdam, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (hieronder mede te verstaan invoer als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet), ongeveer 1017 kilogram (netto) cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2:
hij in of omstreeks de periode van 26 november 2009tot en met 4 januari 2010
te Rotterdam en/of Amsterdam en/ofPort of Spain en/of D'ahadie, althans in Nederland en/of Jamaica en/of Trinidad,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van 1017 kilogram (netto) cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden en/of te bevorderen,
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of,
- zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
- voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit hebbende verdachte en/of (een of meer van) zijn, verdachtes, mededader(s):
- de deklading welke ter maskering van de voornoemde hoeveelheid verdovende middelen (te weten dozen King George Whisky) (aan)gekocht en/of
- contact onderhouden met de leverancier van de deklading en/of
- ( een) aanbetaling(en) verricht aan de leverancier van de deklading en/of
- voornoemde hoeveelheid verdovende middelen in Jamaica en/of Trinidad (laten) verpakken in de deklading en deze deklading (laten) in(ge)laden in container (met nummer TCLU 203597-7) met als eindbestemming Nederland en/of
- contact onderhouden met zijn mededader(s) en/of
- inklaringskosten, betreffende de container, waarin de cocaïne (tussen de lading) was verborgen, aan CMA te (laten) betalen en/of
- vervoer van de container (laten) regelen door [douane expediteur] en/of
- kosten van het vervoer van de container voldaan aan [douane expediteur] en/of
- een bedrijfsterrein en/of loods en/of pand (gelegen aan de [adres loods] te Amsterdam) geregeld en/of ter beschikking gesteld ten behoeve van de op en/of overslag van voornoemde hoeveelheid verdovende middelen en/of de bijbehorende deklading en/of
- ( de) container(s) (waarin cocaïne was verborgen) (persoonlijk) in ontvangst genomen in die loods of dat pand en/of
- de inhoud van de container, de deklading uitgepakt en/of laten uitpakken en/of sorteren in de loods aan de [adres loods] en/of
- een busje geregeld ten behoeve van het (verdere) vervoer van dozen met verdovende middelen en/of deklading en/of
- de container en en/of de loods en/of het busje voortdurend heeft en/of hebben (laten) bewa(a)k(t)en en/of
- de gesorteerde dozen ingepakt en/of laten inpakken in een busje en/of
- de gesorteerde dozen vanaf de loods aan de [adres loods] verder hebben (laten) vervoer(d)en.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 jaren, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de gevangenneming van de verdachte zal worden bevolen bij de einduitspraak.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1:
hij in
of omstreeksde periode van 31 december 2009 tot en met 4 januari 2010
te Rotterdam en/of Amsterdam, althansin Nederland,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (hieronder mede te verstaan invoer als bedoeld in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet),
ongeveer 1017 kilogram (netto) cocaïne, in elk gevaleen hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
2:
hij in
of omstreeksde periode van 26 november 2009 tot en met 4 januari 2010
te Rotterdam en/of Amsterdam en/ofPort of Spain en/of D'ahadie, althansin Nederland
en/of Jamaica en/of Trinidad,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen,
althans alleen,
om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het opzettelijk
bereiden, bewerken, verwerken, verkopen,afleveren,
verstrekken,vervoeren en
/ofbinnen het grondgebied van Nederland brengen van
1017 kilogram (netto) cocaïne, in elk gevaleen hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I,
voor te bereiden en
/ofte bevorderen,
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of,
- zich en
/of (een)ander
(en
)gelegenheid en
/ofmiddelen en
/ofinlichtingen tot het plegen van dat
/diefeit
(en)heeft getracht te verschaffen, en
/of
- voorwerpen en
/ofvervoermiddelen en
/of stoffen en/ofgelden
en/of andere betaalmiddelenvoorhanden heeft gehad, waarvan hij wist
of ernstige reden had te vermoedendat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit
hebbende verdachte en/of (een of meer van) zijn, verdachtes, mededader(s):
- de deklading welke ter maskering van de voornoemde hoeveelheid verdovende middelen (te weten dozen King George Whisky) (aan)gekocht en/of
- contact onderhouden met de leverancier van de deklading en/of
- (een) aanbetaling(en) verricht aan de leverancier van de deklading en/of
- voornoemde hoeveelheid verdovende middelen in Jamaica en/of Trinidad (laten) verpakken in de deklading en deze deklading (laten) in(ge)laden in container (met nummer TCLU 203597-7) met als eindbestemming Nederland en/of
- contact onderhouden met zijn mededader(s) en
/of
- inklaringskosten, betreffende de container, waarin de cocaïne (tussen de lading) was verborgen,
aan CMA te(laten)
betalenbeta(a)l(d)enen
/of
- vervoer van de container
(laten
)regelen door [douane expediteur] en
/of
- kosten van het vervoer van de container voldaan aan [douane expediteur] en
/of
- een
bedrijfsterrein en/ofloods
en/of pand (gelegen aan de [adres loods] te Amsterdam
)geregeld en
/ofter beschikking gesteld ten behoeve van de op- en/of overslag van voornoemde hoeveelheid verdovende middelen en
/ofde bijbehorende deklading en
/of
-
(de
)container
(s) (waarin cocaïne was verborgen
) (persoonlijk)in ontvangst genomen in die loods
of dat panden
/of
- de inhoud van de container, de deklading uitgepakt en
/of laten uitpakken en/of sorterengesorteerdin de loods aan de [adres loods] en
/of
- een busje geregeld ten behoeve van het
(verdere
)vervoer van dozen met verdovende middelen en
/ofdeklading en
/of
-
de container en en/ofde loods en
/ofhet busje
voortdurend heeft en/ofhebben (laten) bewa(a)k(t)en en
/of
- de gesorteerde dozen ingepakt
en/of laten inpakkenin een busje en
/of
- de gesorteerde dozen vanaf de loods aan de
[adres loods]verder hebben
(laten)vervoer
(d
)en.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep, overeenkomstig de overgelegde en in het procesdossier gevoegde pleitnota, het verweer gevoerd dat de verdachte van de beide ten laste gelegde feiten behoort te worden vrijgesproken. Hiertoe heeft hij – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat verdachte geen opzet, ook niet in voorwaardelijke vorm, heeft gehad nu hij geen wetenschap heeft gehad van de aanwezigheid van cocaïne. Evenmin is er volgens de raadsman sprake van medeplegen.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Het hof stelt op grond van de gebezigde bewijsmiddelen vast dat op zaterdag 2 januari 2010 door de douane Rotterdam in een container met het nummer TCLU 203597-7 een berekende hoeveelheid van 1017 kilo cocaïne werd aangetroffen in een deklading van tien pallets met in totaal 900 dozen whisky. Op vijf van de tien pallets waren in totaal 74 dozen met daarin pakketten cocaïne in plaats van flessen whisky aangetroffen. De cocaïne zat telkens in de op het pallet in het midden geplaatste dozen, welke dozen – anders dan alle andere dozen - voorzien waren van tape met daarop de in het rood gedrukte tekst “Diageo”.
Nadat de cocaïne met uitzondering van tien gram door zogenoemd dummy materiaal was vervangen zijn de pallets weer in originele staat opgebouwd, waarna de container verder zijn weg heeft vervolgd.
Bij [douane expediteur] had zich op 22 december 2009 iemand gemeld met de naam [betrokkene 2] namens [drankenhandel], welk bedrijf volgens de aankoopfactuur koper van de partij drank was. Deze [betrokkene 2] had op 31 december 2009 een bedrag van € 51.200,- aan inklaringskosten overgemaakt door tussenkomst van [koeriersdienst], het bedrijf van [betrokkene a], gevestigd in een loods op de [adres loods] in Amsterdam. Op 4 januari 2010 had deze [betrokkene 2] via e-mail en telefoon meermalen contact met [douane expediteur] waaruit bleek dat bij [douane expediteur] nog een restantbetaling moest worden voldaan, waarna de container verder naar de door [betrokkene 2] opgegeven afleverlocatie kon worden vervoerd. Deze afleverlocatie was de (hierboven reeds genoemde) loods op het adres [adres loods] in Amsterdam (hierna ook: de loods).
Op 4 januari 2010 aan het begin van de middag werd de verdachte met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] tijdens een observatie gezien bij het kantoor van [douane expediteur]. [medeverdachte 2] heeft daar bij [douane expediteur] de restantbetaling, een bedrag van bijna tienduizend euro, voor de container contant voldaan, waarna de drie om 12:41 uur in dezelfde auto zijn vertrokken.
Om 14:25 uur werd de geparkeerde auto van de verdachte bij de loods gezien. Om 14:42 uur werd een witte bestelbus gezien, welke bij de loods naar binnen reed. De verdachte blijkt deze bus eind december 2009 te hebben gehuurd. Uit het
Online Tracking Systemsysteem is gebleken dat deze bus om 13:01 uur bij het autoverhuurbedrijf in Rotterdam is vertrokken en om 14:22 uur op de [adres loods] aankomt en vervolgens rond 14:40 uur weer wordt verplaatst en kennelijk – gelet op de observatiegegevens – naar de loods wordt gereden. Later die middag tussen 16:35 en 16:45 uur werd de genoemde container bij de loods afgeleverd. Daarna werd gezien dat de verdachte rondjes in de onmiddellijke omgeving van de loods reed.
In de loods werden de 74 dozen met dummy materiaal samen met nog 20 dozen whisky van vijf pallets af gehaald en overgeladen in de witte bestelbus. De andere vijf pallets met 450 dozen zonder dummy materiaal bleven onaangeroerd. Op door de inzet van OVC verkregen geluidsbestanden is te horen dat er in de loods gedurende die activiteiten met dozen werd geschoven en dat er door de aanwezigen in de loods over “die rode” en “al die rode daar, alles met rood” werd gesproken. Ook werd er geteld en gezegd dat het “op 74” moet uitkomen en dat “een paar goeie” voorin gezet werden.
Uit historische telefoongegevens blijkt dat de verdachte op 4 januari 2010 meermalen telefonisch contact had met [medeverdachte 1] en de [medeverdachte 3].
Door opsporingsambtenaren is geconstateerd dat er sprake was van contraobservatie rond de loods.
De witte bestelbus, bestuurd door [medeverdachte 1] vergezeld door [medeverdachte 2], vertrok om 18:24 uur uit de loods. De verdachte reed meteen achter de witte bestelbus aan.
Bijna twee uur later stopte de witte bestelbus om 20:19 uur bij een tankstation in Zevenhuizen/Moerkapelle. Kort daarvoor had de verdachte zijn auto in de directe omgeving geparkeerd. [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] werden bij het tankstation aangehouden. De verdachte vertrok hierop in zijn auto en werd vijftien minuten later - lopend - aangehouden. Bij de doorzoeking van de bestelbus werden 74 dozen (met de dummypakketten en het teruggeplaatste monster cocaïne) aangetroffen die waren dichtgeplakt met tape met in rode letters het opschrift “Diageo”. Daarnaast waren – het dichtst bij de laaddeur - 20 dozen aangetroffen, zonder het eerdergenoemde tape en met whiskyflessen gevuld.
Voorgaande feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, brengen het hof tot het oordeel dat de verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met zijn medeverdachten in de zin van medeplegen bij de (verlengde) invoer van cocaïne in de container met nummer TCLU 203597-7. Hierbij heeft het hof in het bijzonder in aanmerking genomen dat de verdachte zich net als zijn broer [medeverdachte 1] in de directe nabijheid bevond zowel op het moment van het door [medeverdachte 2] (contant) betalen van het restantbedrag bij [douane expediteur] in Rotterdam, als tijdens het overladen van de goederen bij de loods in Amsterdam, alsmede bij het in de witte bestelbus verder vervoeren van de vermeende hoeveelheid verdovende middelen. Uit het feit dat hij degene vervoerde die de betaling verrichtte, hij degene was die de huur van het witte bestelbusje heeft geregeld, de loods en omgeving voorafgaande en tijdens het overladen in de gaten heeft gehouden, en het busje - met inmiddels de vermeende cocaïne - gedurende het verdere vervoer steeds heeft gevolgd, volgt dat hij hierbij een belangrijke rol heeft vervuld.
Voorts overweegt het hof dat de oorspronkelijk op 2 januari 2010 in Rotterdam in de container aangetroffen hoeveelheid cocaïne een economische waarde van vele miljoenen euro’s vertegenwoordigt.
Op grond van algemene ervaringsregels gaat het hof er van uit dat organisatoren van een dergelijk transport het risico van mislukking zoveel mogelijk zullen verkleinen. Aldus zullen uitsluitend diegenen bij het transport worden betrokken die te vertrouwen zijn en die personen worden goed geïnstrueerd en geïnformeerd.
Intensieve betrokkenheid met de invoer en/of het verdere vervoer in Nederland van een dergelijke partij cocaïne is gezien deze algemene ervaringsregels niet te verenigen met de door de verdediging gestelde omstandigheid dat betrokkenen - waaronder ook de verdachte - niet op de hoogte zouden zijn geweest van de aard van de te transporteren goederen.
Het hof stelt dan ook vast dat de verdachte heeft geweten van de inhoud van de container, zoals deze op 2 januari 2010 door de douane is ontdekt. Dat de verdachte slechts bij toeval in de buurt van de loods was, omdat hij daar in de buurt bij een Mercedes-garage moest zijn is op geen enkele manier aannemelijk geworden. Evenmin kan geloof worden gehecht aan zijn verklaring dat hij onbewust – en dus toevallig - ruim twee uur achter de door zijn broer bestuurde witte bestelbus is aan gereden.
Het hof verwerpt het verweer.
Ten aanzien van het (voorwaardelijk) verzoek van de raadsman van de verdachte om een kopie van de pleitnota in eerste aanleg van de raadsman van [medeverdachte 2] alsmede het uitgewerkte vonnis van de rechtbank in die zaak te ontvangen, overweegt het hof dat hetgeen is vermeld in deze stukken in de zaak van [medeverdachte 2] – mede gelet op de motivering van dat verzoek - niet noodzakelijk is voor enige door het hof te nemen beslissing in de zaak van de verdachte. Het hof zal het verzoek derhalve afwijzen.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 en 2 bewezen verklaarde levert op: