[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortejaar] 1988,
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 31 mei en 27 juni 2018.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het onder 1 en 2 ten laste gelegde vrijgesproken en ter zake van het onder 3 en 4 ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist op de vordering tot tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf en de vorderingen van de benadeelde partijen zoals nader omschreven in het vonnis waarvan beroep.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Omvang van het hoger beroep
Op 16 april 2018 heeft de advocaat-generaal ter griffie verklaard het op 8 augustus 2017 door de officier van justitie ingestelde beroep partieel in te trekken, met dien verstande dat zij het appel met betrekking tot de feiten 3 en 4 op de voet van en overeenkomstig het bepaalde in artikel 453, tweede lid, juncto artikel 454, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, intrekt. De verdachte heeft tegen het vonnis van de rechtbank geen hoger beroep ingesteld. Het onderhavige hoger beroep is aldus niet gericht tegen de in eerste aanleg gegeven veroordeling ter zake van het onder 3 en 4 ten laste gelegde. Waar hierna wordt gesproken van "de zaak" of "het vonnis", wordt daarmee bedoeld de zaak of het vonnis voor zover op grond van het vorenstaande aan het oordeel van dit hof onderworpen.
Aan de verdachte is – voor zover thans nog aan de orde en na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg - ten laste gelegd dat:
1:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 12 december 2013 tot en met 31 maart 2015 te 's-Gravenhage en/of Utrecht en/of Breukelen en/of elders in Nederland,
A) een ander, te weten naam [aangeefster 1], (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [aangeefster 1] (sub 1°) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 1] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [aangeefster 1], seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
B)(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten naam [aangeefster 1], (sub 6°),
- een (liefdes)relatie met die [aangeefster 1] gehad en/of
- die [aangeefster 1] gehuisvest en/of
- die [aangeefster 1] van en naar haar werk vervoerd en/of
- tegen die [aangeefster 1] gezegd "Samen tot het eind, of jij gaat dood, of ik ga dood", althans woorden gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [aangeefster 1] een (vuur)wapen getoond en/of
- ( meermalen) de telefoon van die [aangeefster 1] heeft weggegooid om te zorgen dat er geen bewijs zou zijn en/of - die [aangeefster 1] (meermalen) mishandeld (door haar met een pen te steken in de hand en/of te trappen en/of schoppen en/of slaan en/of stompen) en/of
- die [aangeefster 1] mishandeld als zij niet wilde gaan werken en/of wanneer zij haar verdiende geld niet aan verdachte af wilde staan en/of
- ( aldus) bepaald wanneer en/of hoe lang die [aangeefster 1] moest werken en/of
- tegen die [aangeefster 1] gezegd dat hij haar in de prostitutie verdiende geld voor haar zou sparen en/of bewaren en/of een (kappers)zaak voor haar/hen zou openen en/of
- die [aangeefster 1] geïsoleerd en/of verhinderd dat zij contact met familie en/of vrienden zou hebben en/of
- die [aangeefster 1] (meermalen) gedurende een werkdag gevraagd hoeveel zij had verdiend en/of
- die [aangeefster 1] gedwongen althans bewogen lange dagen te werken in de prostitutie en/of
- die [aangeefster 1] (aldus) gedwongen, althans bewogen (een groot deel van) haar met de prostitutie verdiende geld aan hem af te staan;
2:
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 februari 2014 tot en met 31 maart 2015 te Amsterdam en/of 's-Gravenhage en/of IJsselstein en/of elders in Nederland en/of Antwerpen te België
A) een ander of anderen, te weten [aangeefster 2], (telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude, misleiding dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [aangeefster 2] (sub 1°) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 2] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
- heeft gedwongen dan wel bewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar, [aangeefster 2], seksuele handelingen met en/of voor een derde (sub 9°) en/of
B)(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten naam [aangeefster 2], (sub 6°),
- een (liefdes)relatie met die [aangeefster 2] gehad en/of
- misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [aangeefster 2] (door het recente overlijden van haar voormalige vriend) en/of
- die [aangeefster 2] overgehaald in Antwerpen te gaan werken als prostituee en/of
- een deel van de huur van een prostitutiekamer en/of een hotelkamer in Antwerpen betaald en/of
- die [aangeefster 2] naar het werk gebracht en/of na het werk opgehaald en/of haar door bekenden van hem, verdachte, laten brengen en/of ophalen en/of
- die [aangeefster 2] (meermalen) heeft mishandeld (door haar te slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen en/of duwen en/of in haar keel te knijpen en/of van de galerij naar beneden te duwen) en/of
- die [aangeefster 2] (meermalen) mishandeld als zij niet wilde gaan werken en/of wanneer zij haar verdiende geld niet aan verdachte af wilde staan en/of
- ( aldus) bepaald wanneer en/of hoe lang die [aangeefster 2] moest werken en/of
- die [aangeefster 2] bedreigd met een (vuur)wapen en/of tegen die [aangeefster 2] gezegd "nu is het einde voor jou" en/of
- die [aangeefster 2] geïsoleerd en/of verhinderd dat zij contact met familie en/of vrienden zou hebben en/of
- tegen die [aangeefster 2] gezegd dat hij het geld dat zij in de prostitutie verdiende voor haar zou bewaren en/of sparen en/of een (spraytan)zaak voor haar/hen zou openen en/of
- wanneer die [aangeefster 2] zei dat ze wilde stoppen met het werken gezegd dat zij door moest werken en/of dat hij een (spraytan)zaak voor haar/hen zou openen en/of
- die [aangeefster 2] (meermalen) gedurende een werkdag gevraagd hoeveel zij had verdiend en/of
- die [aangeefster 2] (aldus) gedwongen, althans bewogen, (een groot deel) van haar met de prostitutie verdiende geld van hem af te staan en/of dat geld van die [aangeefster 2] afgepakt.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep partieel zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het onder 1 en 2 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zesenvijftig maanden, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. Voorts heeft zij gevorderd dat tegen de verdachte een bevel tot gevangenneming zal worden verleend tegen de datum van de einduitspraak.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof is van oordeel dat voor de onder 1 en 2 ten laste gelegde dwangmiddelen ‘dwang’, ‘andere feitelijkhe(i)d(en)’,‘dreiging met geweld of andere feitelijkhe(i)d(en)’, ‘afpersing’, ‘fraude’ en ‘misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht’ te weinig steunbewijs in het dossier voorhanden is. De verdachte wordt dan ook van deze dwangmiddelen partieel vrijgesproken.
Het hof spreekt de verdachte eveneens vrij van het onder 2 ten laste gelegde dwangmiddel ‘misbruik van een kwetsbare positie’.
Voorts overweegt het hof dat beide slachtoffers reeds vóór aanvang van de onder 1 en 2 ten laste gelegde perioden in Nederland werkzaam waren in de prostitutie. Uit de verklaringen van de slachtoffers noch uit enig ander bewijsmiddel valt af te leiden of en in hoeverre het (mis)handelen van de verdachte van invloed is geweest op de omstandigheid dat beide aangeefsters in de prostitutie zijn blijven werken (artikel 273f, eerste lid, onderdeel 4 Sr.). Evenmin is er voldoende (steun)bewijs dat het oordeel kan dragen dat de verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van de aangeefsters [aangeefster 1] en [aangeefster 2] (artikel 273f, eerste lid, onderdeel 6 Sr.). Dit brengt mee dat de verdachte van die onderdelen van het onder 1 en 2 ten laste gelegde moet worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij
op een of meer tijdstippenin de periode van 12 december 2013 tot en met 31 maart 2015 te 's-Gravenhage en
/ofUtrecht en
/ofBreukelen en
/ofelders in Nederland,
A) een ander, te weten
naam[aangeefster 1],
(telkens)door
dwang,geweld
enof (een) andere feitelijkhe(i)d(en) ofdoor
dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en), door afpersing, fraude,misleiding en
dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht,door misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [aangeefster 1] (sub 1°) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 1] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
-heeft
gedwongen dan welbewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar,
[aangeefster 1],seksuele handelingen met
en/of vooreen derde
(sub 9°) en/of
B)(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten naam [aangeefster 1], (sub 6°),
- een (liefdes)relatie met die [aangeefster 1] gehad en
/of
- die [aangeefster 1] gehuisvest en
/of
- die [aangeefster 1] van en naar haar werk vervoerd en/of
- tegen die [aangeefster 1] gezegd "Samen tot het eind, of jij gaat dood, of ik ga dood", althans woorden gelijke dreigende aard of strekking en/of
- die [aangeefster 1] een (vuur)wapen getoond en/of
- (meermalen) de telefoon van die [aangeefster 1] heeft weggegooid om te zorgen dat er geen bewijs zou zijn en/ofdie [aangeefster 1] (meermalen) mishandeld (door haar met een pen te steken in de hand en
/ofte trappen en/of schoppen en/of slaan en/of stompen) en/of
- die [aangeefster 1] mishandeld
als zij niet wilde gaan werken en/ofwanneer zij haar verdiende geld niet aan verdachte af wilde staan en/of
- (aldus) bepaald wanneer en/of hoe lang die [aangeefster 1] moest werken en/of
- tegen die [aangeefster 1] gezegd dat hij haar in de prostitutie verdiende geld voor haar zou sparen en/of bewaren en/of een (kappers)zaak voor haar/hen zou openen en/of
- die [aangeefster 1] geïsoleerd en/of verhinderd dat zij contact met familie en/of vrienden zou hebben en/of
- die [aangeefster 1] (meermalen) gedurende een werkdag gevraagd hoeveel zij had verdiend en/of
- die [aangeefster 1] gedwongen althans bewogen lange dagen te werken in de prostitutie en/of
- die [aangeefster 1] (aldus)
gedwongen, althansbewogen (een groot deel van) haar met de prostitutie verdiende geld aan hem af te staan;
2:
hij
op een of meer tijdstippenin de periode van 1 februari 2014 tot en met 31 maart 2015 te Amsterdam en
/of's-Gravenhage en
/ofIJsselstein en
/of elders in Nederland en/ofAntwerpen te België
A) een ander
of anderen, te weten [aangeefster 2],
(telkens)door
dwang,geweld
of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) of door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en),endoor
afpersing, fraude,misleiding
dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht, door misbruik van een kwetsbare positie,
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het oogmerk van seksuele uitbuiting van die [aangeefster 2] (sub 1°) en/of
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [aangeefster 2] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten van seksuele aard (sub 4°) en/of
-heeft
gedwongen dan welbewogen verdachte te bevoordelen uit de opbrengst van haar
, [aangeefster 2], seksuele handelingen met
en/of vooreen derde
(sub 9°) en/of
B)(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de seksuele uitbuiting van die/een ander of anderen, te weten naam [aangeefster 2], (sub 6°),
- een (liefdes)relatie met die [aangeefster 2] gehad en
/of
- misbruik gemaakt van de kwetsbare positie van die [aangeefster 2] (door het recente overlijden van haar voormalige vriend) en/of
- die [aangeefster 2] overgehaald in Antwerpen te gaan werken als prostituee en/of
- een deel van de huur van een prostitutiekamer en/of een hotelkamer in Antwerpen betaald en/of
- die [aangeefster 2] naar het werk gebracht en/of na het werk opgehaald en/of haar door bekenden van hem, verdachte, laten brengen en/of ophalen en/of
- die [aangeefster 2] (meermalen)
heeftmishandeld (door haar te slaan en/of stompen en/of trappen en/of schoppen en/of duwen en/of in haar keel te knijpen
en/of van de galerij naar beneden te duwen)en/of
- die [aangeefster 2] (meermalen) mishandeld
als zij niet wilde gaan werken en/ofwanneer zij haar verdiende geld niet aan verdachte af wilde staan en/of
- (aldus) bepaald wanneer en/of hoe lang die [aangeefster 2] moest werken en/of
- die [aangeefster 2] bedreigd met een (vuur)wapen en/of tegen die [aangeefster 2] gezegd "nu is het einde voor jou" en/of
- die [aangeefster 2] geïsoleerd en/of verhinderd dat zij contact met familie en/of vrienden zou hebben en/of
- tegen die [aangeefster 2] gezegd dat hij het geld dat zij in de prostitutie verdiende voor haar zou bewaren en/of sparen en/of een (spraytan)zaak voor haar/hen zou openen en/of
- wanneer die [aangeefster 2] zei dat ze wilde stoppen met het werken gezegd dat zij door moest werken en/of dat hij een (spraytan)zaak voor haar/hen zou openen en/of
- die [aangeefster 2] (meermalen) gedurende een werkdag gevraagd hoeveel zij had verdiend en/of
- die [aangeefster 2] (aldus)
gedwongen, althansbewogen, (een groot deel) van haar met de prostitutie verdiende geld van hem af te staan en/of dat geld van die [aangeefster 2] afgepakt.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Nadere bewijsoverweging en bespreking van de verweren
Verweer inzake de betrouwbaarheid van de aangeefsters
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep - overeenkomstig zijn overgelegde en in het dossier gevoegde pleitnotities – betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het aan hem onder 1 en 2 ten laste gelegde. De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de verklaringen van aangeefsters [aangeefster 1] en [aangeefster 2] onbetrouwbaar zijn, nu hun verklaringen op diverse wezenlijke punten strijdig zijn met andere bewijsmiddelen en er bovendien geen bewijs in het dossier aanwezig is dat hun verklaringen voldoende ondersteunt.
Beoordeling door het hof
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Het hof stelt vast dat de aangeefsters [aangeefster 1] en [aangeefster 2] meermalen zijn gehoord bij de politie en één keer bij de rechter-commissaris.
Het hof deelt in zijn algemeenheid de opvatting van de raadsman dat verklaringen die bij de rechter-commissaris na een zekere tijd worden afgelegd met enige behoedzaamheid dienen te worden beoordeeld. Het tijdsverloop, het mogelijk kennisnemen van processtukken, een mogelijke beïnvloeding van het geheugen door kennis met anderen te delen of zelfs een mogelijke onderlinge afstemming van verklaringen door getuigen zijn aandachtspunten bij de uitleg en waardering van deze verklaringen.
De raadsman van de verdachte heeft aan zijn verweer ten aanzien van de betrouwbaarheid van [aangeefster 1] ten grondslag gelegd dat [aangeefster 1] het dossier heeft gelezen voorafgaande aan in ieder geval het afleggen van haar tweede verklaring bij de politie en dat er meerdere motieven kunnen zijn om belastend te verklaren (wraak en de mogelijkheid van het vorderen van een schadevergoeding). Voorts heeft hij op enkele inconsistenties in de verklaringen gewezen.
Met de raadsman constateert ook het hof enkele inconsistenties in de verschillende verklaringen van de aangeefsters, echter niet in die mate dat deze verklaringen (volledig) terzijde moeten worden gesteld. De aangeefsters hebben in de kern met betrekking tot zowel de mishandelingen door de verdachte als ten aanzien van het afstaan van het in de prostitutie verdiende geld aan hem, vanaf het moment dat zij bij de politie zijn gehoord, consistent verklaard. De verklaringen van de aangeefsters ondersteunen elkaar bovendien in dit opzicht niet alleen over en weer, maar deze verklaringen vinden ook verankering in de verklaringen van de getuigen [getuige 1] en [getuige 2] (m.b.t. [aangeefster 1]), [getuige 3] en [getuige 4] (m.b.t. beiden) alsmede in een afgeluisterd telefoongesprek van 15 december 2013 waarin de verdachte zich met het door [aangeefster 1] in de prostitutie verdiende geld bemoeit, een en ander zoals opgenomen in de bewijsmiddelenbijlage.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de door de raadsman gestelde omstandigheden in dit geval hebben geleid tot onbetrouwbare verklaringen. Ook overigens zijn geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden op grond waarvan aan de juistheid van de verklaringen van aangeefsters moet worden getwijfeld.
Het verweer wordt verworpen.
Verweer inzake het verbod van art. 342, tweede lid, Sv
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft – zakelijk weergegeven – aangevoerd dat het dossier bijzonder zwaar leunt op de enkele stellingen van de aangeefsters. Hij heeft hierbij gewezen op het ontbreken van steunbewijs van voldoende gewicht – immers overgebrachte verklaringen uit dezelfde bron gelden niet als zodanig – en daarom dient in de visie van de verdediging vrijspraak te volgen, gelet op het bepaalde in artikel 342, tweede lid, Sv.
Beoordeling door het hof
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
Het hof verwerpt dit verweer. Het hof wijst daarbij ten aanzien van de bevoordeling van de verdachte op de hiervoor reeds genoemde verklaringen van de getuigen [getuige 1], [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 2] alsmede het afgeluisterde telefoongesprek van 15 december 2013 waaruit volgt dat de verdachte zich met het prostitutiegeld van [aangeefster 1] bemoeide.
Voorts wijst het hof op de bewijsmiddelen ten aanzien van de mishandelingen, welke bewijsmiddelen staan vermeld in het onherroepelijke deel van het bestreden vonnis. Het betreffen de verklaringen van [getuige 4], [getuige 3], [getuige 2] en [getuige 5] en het proces-verbaal medische gegevens met betrekking tot [aangeefster 1]. Daar komt bij dat de verklaringen van de aangeefsters ook op dit punt elkaar onderling steunen en daarmee versterken.
Het hof is van oordeel dat het steunbewijs in samenhang met de op belangrijke onderdelen de verdachte belastende verklaringen van de aangeefsters van voldoende gewicht zijn om een bewezenverklaring van de mensenhandel te kunnen dragen. Beiden verklaren dat de verdachte een relatie met hen was aangegaan; beiden verklaren over het agressieve en gewelddadige gedrag van de verdachte; beiden verklaren dat een groot deel van het met de prostitutie verdiende geld onvrijwillig werd afgestaan aan de verdachte en beiden verklaren dat de verdachte hen het opzetten van een onderneming voorspiegelde. Voorts heeft [aangeefster 2] ook over [aangeefster 1] verklaard en andersom.
De kwetsbare positie waarin aangeefster [aangeefster 1] zich bevond, vindt voorts steun in de eigen verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep. Deze verklaring komt er kort gezegd op neer dat de verdachte wist dat [aangeefster 1] ernstig bedreigd werd door haar pooier toen hij haar leerde kennen en banden met haar aanknoopte.
De slotsom is, dat er ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde (behoudens de onderdelen waarvan de verdachte door het hof wordt vrijgesproken) voldoende wettig bewijs is, zoals opgenomen in de bewijsmiddelenbijlage. Het door de raadsman gestelde beletsel zoals neergelegd in art. 342, tweede lid, Sv doet zich derhalve niet voor.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 1 en 2 bewezen verklaarde levert op: