ECLI:NL:GHDHA:2018:1669
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Benoeming bijzondere curator en gezagsbeëindiging in het kader van contactverbod
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 juni 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de gezagsbeëindiging van de moeder over haar minderjarige kinderen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De moeder had in hoger beroep beroep aangetekend tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Rotterdam van 24 november 2017, waarin haar gezag over de kinderen was beëindigd. De moeder verzocht het hof om haar ouderlijk gezag te herstellen of een bijzondere curator te benoemen voor de minderjarigen, met als doel contactherstel tussen haar en de kinderen. De Raad voor de Kinderbescherming en de gecertificeerde instelling, Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, verzetten zich tegen het verzoek van de moeder en vroegen het hof de eerdere beschikking te bekrachtigen.
Het hof heeft vastgesteld dat de minderjarigen een belaste voorgeschiedenis hebben, waarbij zij meerdere keren uit huis zijn geplaatst vanwege de onveilige situatie die de moeder en haar relatie met de vader van [minderjarige 2] met zich meebrachten. De moeder had een contactverbod opgelegd gekregen door de strafrechter, wat haar in een onmogelijke positie bracht om haar gezag uit te oefenen. Het hof oordeelde dat het contactverbod niet zonder meer kon leiden tot gezagsbeëindiging, omdat het recht op contact tussen de moeder en de minderjarigen ook gewaarborgd moest worden.
Uiteindelijk heeft het hof besloten om een bijzondere curator te benoemen voor de minderjarigen, zodat deze curator kan adviseren over de noodzaak van de gezagsbeëindiging en de benoeming van de gecertificeerde instelling als voogdes. Het hof heeft de zaak aangehouden tot 31 december 2018 in afwachting van de uitkomst van de procedure over de omgang.