Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
Feit 1
Feit 2
of omstreeks29 maart 2017 te Rotterdam tezamen en in vereniging met
(een
)ander,
althans alleen,opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 14203 gram
, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gramhennep(toppen), zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die weten
/ofeen hoeveelheid van ongeveer 479,6 gram
, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gramvan een materiaal bevattende een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd (hashish), zijnde hashish een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II;
of omstreeks14 december 2015 te Schiedam opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 39,57 kilogram
, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gramhennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II
, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
10 (tien) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.