1.1Bij brief van 28 augustus 2009 heeft de advocaat van Hansteen aan de curator onder meer bericht dat de bankgarantie is ingeroepen wegens gemiste huurpenningen over de periode na de opzegtermijn en waardevermindering van het pand. In de brief staat onder meer het volgende:
"De bankgarantie
(…) Begrijp ik u goed, dan stelt u zich thans op het standpunt dat de bankgarantie slechts uitgewonnen kan worden in het geval (i) een schadebeding zou zijn opgenomen in de huurovereenkomst op grond waarvan de toekomstige huurpenningen als schade worden beschouwd en (ii) in de bankgarantie naar dat contractuele schadebeding wordt verwezen. Hieronder zal ik aan de hand van de totstandkomingsgeschiedenis van de huurovereenkomst tussen Hansteen (…) en Bouwgros (…) en de toepasselijke jurisprudentie uitleggen waarom (ook) dit standpunt onjuist is.
Totstandkoming huurovereenkomst en zekerheden
Hansteen heeft het pand aan de [adres] ('het Pand') gekocht
in het kader van een sale and lease back constructie. De waarde van het Pand werd in aanzienlijke mate bepaald door de duur (10 jaar) en de inhoud (zoals de huurprijs en het triple net karakter) van de huurovereenkomst. Zo heeft een onafhankelijke taxateur, [de taxateur] , op 30 juni 2007 in opdracht van Hansteen een taxatierapport opgesteld, waaruit volgt dat het Pand een waarde heeft van € 9.800.000,= op grond van een 10jarige (triple net) huurovereenkomst. Ingeval het Pand niet verhuurd zou zijn, dan zou de waarde van het Pand (…) € 7.390.000,= bedragen. Bij de totstandkoming van de huurovereenkomst is er tussen partijen (en hun gemachtigden) derhalve uitvoerig gesproken/onderhandeld over de inhoud van de bankgarantie en de concerngarantie, alsmede over de onderlinge samenhang tussen de huurovereenkomst, bankgarantie en de concerngarantie.
Hansteen was voorts bezorgd om de financiële gegoedheid van Bouwgros. Mede
daarom verlangde Hansteen een bankgarantie voor een bedrag van € 881.932,80
(zijnde 12 maanden huur inclusief BTW). In aanvulling daarop heeft 't Damke Holding B.V. een concerngarantie verstrekt voor een bedrag van € 250.000,=. Op grond van artikel 6 van de huurovereenkomst was Bouwgros verplicht tot het stellen van een bankgarantie voor het overeengekomen bedrag van € 881.932,80. Ingeval Bouwgros gedurende een periode van twee jaren een netto winst zou behalen, dan zou de hoogte van de bankgarantie worden verminderd. Deze afbouwregeling is neergelegd in artikel 6.2. van de huurovereenkomst en in de tekst van de bankgarantie. De tekst van de te stellen bankgarantie en de concerngarantie was tussen partijen vastgesteld en de documenten waren als bijlagen bij de huurovereenkomst gevoegd.
Abstract karakter
De gestelde bankgarantie is gebaseerd op het ROZ-model en heeft een abstract
karakter. Het betreft een rechtsverhouding tussen de ABN Amro Bank ('de Bank') en Hansteen waar Bouwgros buitenstaat. Dat brengt met zich dat de bankgarantie moet worden geïnterpreteerd op de wijze die het meest bij de letterlijke bewoordingen aansluit. Een beroep op de onderliggende verhouding, zoals in het onderhavige geval: de huurovereenkomst tussen partijen, doet derhalve niet terzake. (…)
Inhoud bankgarantie
Uit de jurisprudentie (…) volgt dat huurder en verhuurder rechtsgeldig afspraken kunnen maken over de situatie bij een tussentijdse beëindiging als gevolg van een faillissement, ook in die zin dat de huurder een bankgarantie doet stellen waarbij de bank zich verbindt om als eigen schuld aan verhuurder de schade te vergoeden die de verhuurder lijdt doordat de huurovereenkomst voortijdig wordt beëindigd door de curator in het geval van faillissement en/of surséance van betaling. (…)
Dat is in het onderhavige geval ook gebeurd. Partijen hebben gesproken/ onderhandeld over de tekst van de bankgarantie (alsook de concerngarantie) die ter uitvoering van de huurovereenkomst moest worden gesteld. Deze bankgarantie, overeenkomstig het model ROZ met enkele overeengekomen aanvullingen ter zake van de afbouw van de bankgarantie, bestaat uit twee delen. (…)
In het onderhavige geval geldt dat partijen voor ogen stond dat in ieder geval alle
toekomstige huurpenningen, althans de netto-contante waarde daarvan, en/of de
waardevermindering van het gehuurde als schade onder de bankgarantie en
concerngarantie kunnen worden ingeroepen. De principaal van Bouwgros B.V., [de principaal van Bouwgros B.V.] , zal dat kunnen bevestigen.
Ook indien zou komen vast te staan dat de huurovereenkomst geen schadebeding
bevat, kan deze vaststelling buiten beschouwing blijven als niet relevant. Op grond van de bankgarantie, tweede deel, kan namelijk 'alle schade (...) doordat de
huurovereenkomst ingeval van faillissement (...) tussentijds eindigt' onder de gestelde bankgarantie worden getrokken. De bewoordingen laten daaromtrent geen twijfel bestaan.(…) Het vereiste van een schadebeding in de huurovereenkomst, laat staan een verwijzing daarnaar in de bankgarantie, wordt niet gesteld en zou zelfs in strijd zijn met het abstracte karakter van de bankgarantie.
(…)
Specificatie van de schade
Voor dat ik de schade nader zal toelichten, eerst enkele inleidende opmerkingen. De
huurpenningen vanaf de datum faillietverklaring tot 16 september 2009 zijn een
boedelschuld en zullen niet onder de bankgarantie worden ingeroepen. Hetzelfde geldt voor eventuele opleverschade die voortvloeit uit het niet verrichten van de
herstelverplichting door Bouwgros. Ook deze schade is een boedelschuld en zal niet
onder de bankgarantie worden ingeroepen. Ik nodig u uit om mij te bevestigen dat de
voornoemde huurpenningen gedurende opzegtermijn en de opleverkosten als
boedelschulden kwalificeren.
De schade ter zake waarvan de bankgarantie is ingeroepen, is in beginsel een zaak
tussen de Bank en Hansteen. Bouwgros staat buiten de rechtsverhouding tussen Hansteen en de Bank."