In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 23 mei 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte is beschuldigd van het witwassen van gestolen pakken Nutrilon babypoeder, die hij op of omstreeks 11 mei 2017 in Zoeterwoude in zijn bezit had. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 week, maar had het medeplegen niet bewezen verklaard. De advocaat-generaal heeft in hoger beroep gevorderd dat het vonnis wordt bevestigd, met uitzondering van de kwalificatie van medeplegen.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de verdachte ontkend schuldig te zijn aan de tenlastelegging, maar het hof heeft de verklaring van de medeverdachte als geloofwaardig beschouwd. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op de hoogte was van de gestolen goederen in zijn bezit, wat leidde tot de bewezenverklaring van het witwassen. Het hof heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 week, met aftrek van voorarrest, en heeft de tenuitvoerlegging gelast van eerder voorwaardelijk opgelegde straffen.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de ernst van het feit en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten. Het hof heeft geconcludeerd dat er geen omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten, en heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van de eerdere straffen gegrond verklaard.