Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest in kort geding van 5 juni 2018
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Grief 1komt op tegen het onbevoegdheidsoordeel van de voorzieningenrechter, stellende dat de Nederlandse rechter wel internationale bevoegdheid toekomt om van de vordering van de man kennis te nemen voor zover de vordering thans mede betrekking heeft op de rekeningen die worden gehouden bij de ABN AMRO en VISA. Ter zitting heeft de advocaat van de man verduidelijkt dat grief 1 weliswaar betrekking heeft op rekeningen die worden gehouden bij financiële instellingen in Nederland, maar dat uit het petitum volgt dat de vordering van de man mede ziet op rekeningen die worden gehouden bij de NedBank in Zuid-Afrika.
Grief 2ziet op de beslissing van de voorzieningenrechter met betrekking tot de proceskostenveroordeling.
grief 2betoogt de man dat de voorzieningenrechter hem ten onrechte in de proceskosten heeft veroordeeld. De grief faalt, omdat het onbevoegdheidsoordeel van de voorzieningenrechter in appel stand houdt.