ECLI:NL:GHDHA:2018:1186

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
27 maart 2018
Publicatiedatum
18 mei 2018
Zaaknummer
200.224.757/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overname van procedure door vereffenaar na benoeming door rechtbank in erfrechtelijke zaak

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, gaat het om de overname van een procedure door een vereffenaar na de benoeming door de rechtbank. De appellanten, erfgenamen van de in 2017 overleden moeder, hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. Op 12 oktober 2017 heeft de rechtbank Den Haag [A. B.V.] benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap. Door deze benoeming zijn de erfgenamen niet langer bevoegd om in rechte op te treden, zoals bepaald in artikel 4:211 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De vereffenaar heeft verzocht om de procedure over te nemen, wat door de geïntimeerde niet werd betwist. Het hof heeft geoordeeld dat de procedure voortgezet dient te worden door de vereffenaar en heeft het verzoek van de vereffenaar en appellanten toegewezen. De zaak is vervolgens verwezen naar de rol van 24 april 2018 voor een memorie van antwoord aan de zijde van de appellant in het incidentele appel. Dit arrest is gewezen op 27 maart 2018 en is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling civiel, team familie
Zaaknummer : 200.224.757/01
Zaaknummer / rolnummer rechtbank: C/09/534916/ KG ZA 17-858

arrest in incident d.d. 27 maart 2018

inzake
[erfgenaam een] ,
wonende te [woonplaats] ,
en
[erfgenaam twee] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. W.J. Vroegindeweij te Katwijk,
tegen
[naam] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. I. Lieberwerth te Amersfoort.

Het geding

Bij dagvaarding van 27 september 2017 zijn appellanten in hoger beroep gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam van 7 september 2017 tussen de partijen gewezen.
Voor het verloop van het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar hetgeen de voorzieningenrechter daaromtrent in het bestreden vonnis heeft vermeld.
Appellanten hebben in hun exploot van de dagvaarding de grieven geformuleerd.
Appellanten hebben op 10 oktober 2017 een akte genomen.
Geïntimeerde heeft op 21 november 2017 een memorie van antwoord genomen tevens houdende incidenteel appel.
Op 21 november 2017 heeft de vereffenaar [A. B.V.] een verzoek gedaan tot overname van de procedure van appellanten tegen geïntimeerde.
Ter rolzitting van 5 december 2017 heeft geïntimeerde zich akkoord verklaard dat de procedure wordt overgenomen door de vereffenaar.

Beoordeling van het incident

Enige feiten

1. Appellanten zijn de gezamenlijke erfgenamen van de [in] 2017 overleden [moeder] . De erfgenamen hebben de nalatenschap van erflaatster beneficiair aanvaard.
2. Bij beschikking van de rechtbank Den Haag van 12 oktober 2017 is door de rechtbank beslist:
- benoemt [A. B.V.] , gevestigd aan [adres] , tot vereffenaar van de nalatenschap van [moeder] , geboren te [woonplaats] op [in] 1961, laatstelijk wonende te [woonplaats] , aldaar overleden [in] 2017
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.

De vordering in incident

3. Door de benoeming van een vereffenaar door de rechtbank op 12 oktober 2017 zijn de erfgenamen niet langer bevoegd om in rechte op te treden (art.4:211 lid 2 BW). De vereffenaar wenst in rechte te verschijnen om dit geding als formele procespartij over te nemen en voort te zetten. Voor zoveel nodig bekrachtigt de vereffenaar alle rechts- en proceshandelingen die door de erfgenamen zijn verricht.
4. Geïntimeerde heeft ter rolzitting van 5 december 2017 medegedeeld geen bezwaar te hebben dat de vereffenaar de procedure overneemt.
5. Het hof overweegt als volgt. Rechtens is juist dat de onderhavige procedure gevoerd dient te worden door de vereffenaar [A. B.V.] . Het verzoek van appellanten en de vereffenaar is derhalve voor toewijzing vatbaar.

Beslissing in het incident

Het hof:
bepaalt dat de vereffenaar in de nalatenschap van [moeder] geboren [in] 1961 en overleden op [in] 2017 – [A. B.V.] gevestigd te [woonplaats] – de onderhavige procedure, bekend bij dit hof onder rolnummer 200.224.757/01, overneemt en voortzet;
verwijst de zaak naar de rol van 24 april 2018 voor memorie van antwoord aan de zijde van appellant in het incidentele appel;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. A.N. Labohm, A.H.N. Stollenwerck en F. Ibili, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 27 maart 2018 in aanwezigheid van de griffier.