Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks18 april 2016 te Den Haag met een ander
of anderen, op
of aande openbare weg, de Melis Stokelaan te Den Haag,
in elk geval op of aan de openbare weg,openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen Kevin Roberto [benadeelde partij], welk geweld bestond uit:
/of
met gebalde vuist (met kracht)slaan
en/of stompen tegen het gezicht
en/of lichaamvan voornoemde [benadeelde partij]
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
42 (tweeënveertig) dagen.
31 (eenendertig) dagen, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren of ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzondere voorwaardedat het de veroordeelde gedurende de volledige proeftijd
verboden is contact te leggen of te laten leggen met [benadeelde partij], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
voormelde voorwaarde en het uit te oefenen reclasseringstoezicht dadelijk uitvoerbaarzijn.
taakstrafvoor de duur van
80 (tachtig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
40 (veertig) dagen hechtenis.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij]
€ 35,71 (vijfendertig euro en eenenzeventig cent) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededader, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de ander daarvan in zoverre zal zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 35,71 (vijfendertig euro en eenenzeventig cent) als vergoeding voor materiële schade,bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
1 (één) dag hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.