ECLI:NL:GHDHA:2017:532
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- C.J. Verduyn
- D. Aarts
- K.I. Oyunlu
- Rechtspraak.nl
Vernietiging vonnis en toepassing schuldsaneringsregeling na faillissement
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 10 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de verzoeker, hierna te noemen [appellant]. Het hoger beroep was ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag van 24 oktober 2016, waarin het verzoek van [appellant] tot opheffing van zijn faillissement en gelijktijdige toepassing van de schuldsaneringsregeling was afgewezen. Het hof heeft de mondelinge behandeling op 3 januari 2017 gehouden, waarbij [appellant] en zijn advocaat, mr. A.C.E.G. Cordesius, aanwezig waren, evenals de curator, mr. J.H.M. van de Wiel.
De rechtbank had het verzoek afgewezen op basis van het oordeel dat onvoldoende aannemelijk was dat [appellant] de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling zou nakomen, vooral omdat hij tijdens het faillissement nieuwe schulden had laten ontstaan en niet gemotiveerd leek om te solliciteren. In hoger beroep heeft [appellant] zijn grieven gepresenteerd, waarbij de curator aangaf dat een minnelijke regeling niet mogelijk was, maar dat zij desondanks positief stond tegenover de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Het hof heeft de overgelegde stukken en de indruk van [appellant] ter zitting in overweging genomen. Het hof concludeert dat [appellant] zich voldoende zal inspannen om baten voor de boedel te verwerven en dat hij actief zal solliciteren. Het hof heeft vastgesteld dat de nieuwe schulden zijn ontstaan door een vertraging in de uitbetaling van zijn uitkering, en dat hij gedurende het faillissement aan zijn verplichtingen heeft voldaan. Gezien deze omstandigheden heeft het hof het vonnis van de rechtbank vernietigd, het faillissement opgeheven en de schuldsaneringsregeling toegepast.