ECLI:NL:GHDHA:2017:490
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door het Gerechtshof Den Haag
In deze zaak hebben appellanten, beiden wonende te Rotterdam, hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de Rechtbank Rotterdam van 14 december 2016, waarin hun verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. Het hof heeft op 28 februari 2017 de mondelinge behandeling gehouden, waarbij de appellanten zijn verschenen, bijgestaan door hun advocaat, mr. S. Atceken-Ata. De appellanten hebben op 6 september 2016 een verzoek ingediend bij de rechtbank om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling, met als belangrijkste argument dat zij slechts één schuld hebben aan ING Bank N.V. De rechtbank heeft het verzoek afgewezen omdat niet voldoende aannemelijk was dat er sprake was van een problematische schuldensituatie en dat de appellanten te goeder trouw waren ten aanzien van het ontstaan van de schuld.
Het hof heeft de grieven van de appellanten beoordeeld en geconcludeerd dat, hoewel de appellanten momenteel op het bestaansminimum leven en hun inkomen ontoereikend is om de schuld af te lossen, er nog steeds perspectief is voor een betalingsregeling met ING. Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten zich actief hebben ingespannen om werk te vinden, maar dat hun pogingen tot nu toe niet succesvol zijn geweest. De omstandigheden van de appellanten, waaronder de zorg voor hun kinderen en de hoge kosten van kinderopvang, zijn in overweging genomen. Het hof heeft ook opgemerkt dat ING bereid is om een betalingsregeling te treffen die rekening houdt met de aflossingscapaciteit van de appellanten.
Uiteindelijk heeft het hof besloten het vonnis van de rechtbank te bekrachtigen, met de overweging dat de appellanten de mogelijkheid hebben om opnieuw een verzoek in te dienen indien zij niet tot een aanvaardbare oplossing kunnen komen met ING. Het hof heeft de zaak afgesloten met de uitspraak dat het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 14 december 2016 wordt bekrachtigd.