Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
verweerster in het incident,
1.Het geding
Stinafo heeft een incidenteel verweerschrift ingediend dat op 9 september 2016 is ontvangen ter griffie van het hof; Stinafo heeft zich daarin beroepen op de niet-ontvankelijkheid van [appellante] in haar hoger beroep.
Partijen hebben kenbaar gemaakt geen behoefte te hebben aan een mondelinge behandeling in het incident en hebben het hof gevraagd in het incident te beslissen. Vervolgens is een datum voor de beschikking in het incident bepaald.
2.Beoordeling van het hoger beroep
De kantonrechter heeft de verzoeken afgewezen omdat geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand is gekomen tussen partijen. Aan het (voorwaardelijk) tegenverzoek van Stinafo tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst kwam de kantonrechter niet toe. De kantonrechter heeft [appellante] veroordeeld in de kosten betreffende haar verzoek en heeft de proceskosten ter zake van het tegenverzoek van Stinafo gecompenseerd.
Stinafo wordt veroordeeld in de kosten van het incident.
3.Beslissing
- wijst af het verzoek van Stinafo in het incident;
- stelt Stinafo in de gelegenheid uiterlijk binnen vier weken na heden haar (inhoudelijke) verweerschrift aan het hof toe te zenden;
- draagt [appellante] op aan de griffie van het hof binnen twee weken na de datum van deze beschikking de verhinderdata van alle betrokkenen in de tweede en de derde kalendermaand te rekenen vanaf heden ter kennis te brengen voor het bepalen van dag en tijdstip van de mondelinge behandeling;
- veroordeelt Stinafo in de kosten van het incident, aan de zijde van [appellante] begroot op € 894,- (1 punt conform tarief II).