Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- de moeder bijgestaan door haar advocaat;
- [naam] namens de raad;
- de vader bijgestaan door zijn advocaat;
- [naam] en [naam] namens de gecertificeerde instelling.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft de moeder op 9 november 2016 een beroepschrift per e-mail ingediend, en op 10 november 2016 een beroepschrift per fax, tegen twee beschikkingen van de kinderrechter in de rechtbank Den Haag. De eerste beschikking betreft de ondertoezichtstelling van de minderjarige, en de tweede betreft de (spoed)uithuisplaatsing. Het hof heeft de moeder erop gewezen dat bij één beroepschrift slechts tegen één beschikking hoger beroep kan worden ingesteld, en dat zij in de gelegenheid werd gesteld om een nieuw beroepschrift in te dienen tegen de beschikking betreffende de uithuisplaatsing. De moeder heeft deze gelegenheid benut en het hoger beroep tegen de uithuisplaatsing is geregistreerd onder een ander rekestnummer.
Tijdens de zitting heeft de advocaat van de moeder verklaard dat het beroepschrift op de laatste dag van de beroepstermijn is gefaxt, maar dat er een stroomstoring was die de tijdsregistratie op het faxapparaat beïnvloedde. Het hof heeft echter geoordeeld dat het beroepschrift per e-mail niet rechtsgeldig was ingediend, omdat het procesreglement dit niet toestaat. Het hof heeft vastgesteld dat het beroepschrift per fax te laat is ingediend, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering op de strikte regels inzake rechtsmiddelentermijnen rechtvaardigen. Daarom heeft het hof de moeder niet-ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep.
De beslissing is genomen door het Gerechtshof Den Haag op 22 februari 2017, waarbij de moeder niet-ontvankelijk werd verklaard in haar hoger beroep tegen de beschikking van de kinderrechter van 9 augustus 2016.