ECLI:NL:GHDHA:2017:4309

Gerechtshof Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2017
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
200.208.569/01
Instantie
Gerechtshof Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep kort geding over concurrentiebeding en onrechtmatige concurrentie

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Den Haag diende, gaat het om een hoger beroep in een kort geding tussen Brabo Brandpreventie B.V. en Fuego Brandpreventie B.V. Het hoger beroep is ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag Team Handel, dat op 5 januari 2017 is gewezen. De zaak betreft een geschil over een concurrentiebeding en de vraag of er sprake is van onrechtmatige concurrentie. De comparitie na aanbrengen, die op 21 februari 2017 was bevolen, heeft geen doorgang gevonden. Beide partijen hebben vervolgens verzocht om toelating tot de Second Opinion-procedure, wat is toegestaan. Het hof heeft de zaak beoordeeld volgens de Second Opinion-procedure en heeft geoordeeld dat Brabo in het ongelijk is gesteld. Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank en veroordeelt Brabo in de kosten van de procedure in hoger beroep, die zijn begroot op € 716,-- aan griffiegeld. Het arrest is uitgesproken op 30 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier. De partijen hebben ingestemd met het Second Opinion Reglement en zijn geacht de conclusies te hebben genomen zoals bedoeld in artikel 347 lid 1 Rv. De grief van Brabo, dat de rechtbank niet heeft beslist overeenkomstig haar eerdere conclusie, wordt door het hof verworpen, aangezien het hof de overwegingen van de rechtbank overneemt en deze tot de zijne maakt.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.208.569/01
Rolnummer rechtbank : C/09/521713/ KG ZA 16-1391
arrest van 30 mei 2017
in de zaak van
Brabo Brandpreventie B.V.,
statutair gevestigd te Zoetermeer en mede kantoorhoudende te Wateringen,
appellante,
hierna te noemen: Braho,
advocaat: mr. B.A. Roosenboom te Velp,
tegen

1.[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

2.Fuego Brandpreventie B.V.,

gevestigd te Delft,
geïntimeerden,
hierna te noemen: [geïntimeerde] c.s.,
advocaat: mr. P.R. Rojer te Amsterdam.
Het verdere verloop van het geding
Verwezen wordt naar het tussenarrest van 21 februari 2017 waarin een comparitie na aanbrengen is bevolen. Deze comparitie heeft geen doorgang gevonden. Beide partijen hebben toelating tot de Second Opinion-procedure verzocht. Daartoe hebben de behandelend advocaten ieder een SO-formulier als bedoeld in de artikel 3.2 van het Second Opinion Reglement (SOR) ingevuld en ondertekend. Voornoemd verzoek is toegestaan, waarna arrest is bepaald op heden.
Beoordeling van het hoger beroep volgens de Second Opinion-procedure
Met de namens hen verrichte invulling en ondertekening van de SO-formulieren hebben partijen ingestemd met het SOR en worden zij geacht de conclusies als bedoeld in artikel 347 lid 1 Rv te hebben genomen (zie ook de artikelen 3.3 en 3.4 SOR). Zoals in het SO-formulier van Braho staat vermeld, luidt haar enige grief dat de rechtbank Den Haag Team Handel- voorzieningenrechter in haar vonnis in kort geding van 5 januari 2017 niet heeft beslist overeenkomstig hetgeen zij in eerste aanleg had geconcludeerd.
Het hof - dat kennis heeft genomen van de stukken van de eerste aanleg - neemt de overwegingen van de rechtbank over en maakt deze tot de zijne. Derhalve zullen de bestreden vonnissen worden bekrachtigd. Dit behoeft, gezien artikel 4.2 SOR, geen nadere motivering. Onder deze omstandigheden komt het hof niet toe aan de door Brabo in haar appeldagvaarding ingestelde terugbetalingsvordering.
3. Als de in hoger beroep in het ongelijk gestelde paitij zal Brabo worden veroordeeld in de daarop gevallen kosten, die ingevolge artikel 4.4 SOR beperkt zijn tot het door Fuego betaalde griffiegeld van € 716,--.
Beslissing
Het gerechtshof:
bekrachtigt het tussen partijen gewezen vonnis in kort geding van de rechtbank Den Haag Team Handel- voorzieningenrechter rechtbank Dordrecht van 5 januari 2017;
veroordeelt Brabo in de kosten van de procedure in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Fuego begroot op € 716,-- aan griffiegeld.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.S. van Coevorden, M.M. Olthof en M. Flipse en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 30 mei 2017 in aanwezigheid van de griffier.