Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
C/09/418860/HA ZA 12-577 (hierna: zaak 12-577)
Arrest d.d. 29 augustus 2017
TASTE OF NATURE HOLDING B.V.,
CRESCO HANDELS-B.V.,
Het verloop van het geding
),18 maart 2015 (vonnis III) en 10 juni 2015 (vonnis IV). Bij memorie van grieven (MvG), met de producties 48 t/m 53, heeft ToN vier grieven tegen die vonnissen aangevoerd. Cresco heeft die grieven bestreden bij memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appel (MvA/MvG-inc), met de producties 30 t/m 36, waarin zes grieven tegen vonnis I zijn opgeworpen. Vervolgens heeft ToN een 'akte in het principaal appel houdende een hulpverzoek tevens incidentele memorie van antwoord' (AH-MvA-inc), met de producties 54 en 55, genomen. Cresco heeft hierop gereageerd met een 'akte uitlating voorwaardelijk hulpverzoek' (AU), met de producties 37 en 38. Met het oog op de pleidooien zijn nog de volgende stukken naar het hof en de wederpartij gestuurd:
- ingekomen op 28 maart 2017 van Cresco: een 'akte houdende in het geding brengen van producties tevens verzoek tot het - voorafgaand aan de behandeling van de grieven van partijen - nemen van een beslissing over de uitleg van artikel 53 sub b EOV' (A-53), met de producties 39 t/m 45;
- ingekomen op 12 mei 2017 van ToN: een antwoordakte (AA), met de producties 56 t/m 60;
- ingekomen op 18 mei 2017 van Cresco: een akte met de producties 46 en 47;
- ingekomen op 23 mei 2017 van ToN: een akte, met de producties 61 t/m 63.
De beoordeling van het hoger beroep
(Raphanus sativa)gegeten, veelal verwerkt als salade en als garnering. Deze radijs- of daikon-cress heeft een pittige en peperachtige smaak en lijkt wel wat op de in Nederland bekende tuinkers.
Raphanus sativa-plant, verkrijgbaar door het screenen van Raphanus sativa-planten op het vermogen om spruiten te produceren met ten minste enige paarse kleur, het zeljbestuiven en/of kruisen van de planten over meerdere generaties en het selecteren van de afstammelingen met spruiten met een paarse kleur,met het kenmerk,dat de spruit van de plant anthocyanines in een gehalte van ten minste 800 nmol per gram vers-gewicht van de spruit omvat.
Plant volgens conclusie 1, waarbij het absorptiemaximum van de anthocyanines tussen 515 en 550 nm ligt.
Spruit, verkregen van een plant volgens conclusie 1.
'Kweek van de paarse spruit producerende Raphanus-lijnen'als volgt toegelicht (in de evenmin bestreden Nederlandse vertaling):
Raphanus-plantvolgens de uitvinding is bij voorkeur een plant van de soort
Raphanus sativa( ... )';
Raphanus-plantvan de uitvinding, waarbij de plant een hierboven gedefinieerde spruit is. Bij een voorkeursuitvinding van de uitvinding is de spruit een spruit die het tweebladige stadium nog niet heeft bereikt, d.w.z. de zogenaamde 'alfalfaspruiten'. (... ).
Raphanus-plantvolgens de uitvinding, waarbij de plant een plantje is met tenminste twee bladeren';
Raphanus-plantvolgens de uitvinding. Het materiaal kan een( ) zaadje zijn, met het kenmerk, dat het zaad na ontkieming een spruit voortbrengt en de spruit anthocyanines omvat in een gehalte van tenminste 800 nmol per gram versgewicht van de spruit'.
- de punten 3, 7 en 8 van de toelichting op grief 1 in de MvG;
- de getuigenverklaring van [getuige 1] ;
- de schriftelijke verklaring van [betrokkene] , die door ToN als productie 39 is overgelegd;
- de aanvraag tot verlening van het kwekersrecht (productie 8 van Cresco in zaak 12-577);
- onweersproken vaststellingen in de rovv. 2.3 en 2.7, 1e volzin, van vonnis III,
Raphanus sativa-plant.Niet betwist is dat deze spruiten voor die datum openbaar toegankelijk waren, zie ook rov. 4.2 bij d).
Raphanussativa-plant bracht - zo volgt uit de rovv. 4.5 t/m 4.7 - noodzakelijkerwijs met zich dat deze spruiten een anthocyaninegehalte van tenminste 800 nmol per gram versgewicht van de spruit hadden. Dit betekent dat het hier gaat om spruiten in de zin van conclusie 1 van EP 938. Aangezien deze spruiten uitgroeien tot planten als bedoeld in die conclusie en het voor de vakman duidelijk moet zijn geweest - gezien ook de in rov. 4.2 vermelde, vóór de aanvraagdatum van het octrooi openbaar bekende feiten - dat het hier planten betreft die worden verkregen op de in die conclusie omschreven biologische wijze, moet het in conclusie I geoctrooieerde als niet nieuw worden aangemerkt; het openbaar voorgebruik van de maatregelen van deze conclusie volgt direct en ondubbelzinnig uit de hiervoor vastgestelde en bewezen geachte feiten. Dat geldt ook voor het in de conclusies 5 en 11 geoctrooieerde, te weten de spruit zelf en het zaad waaruit die spruit voorkomt.
Raphanus sativa-spruitmet een anthocyaninegehalte van tenminste 800 nmol per gram versgewicht van de spruit op de aanvraagdatum van het octrooi, liggen de maatregelen van die conclusies immers zonder meer binnen het bereik van de gemiddelde vakman, zoals ook de rechtbank onder 2.10 van Vonnis III heeft beslist met de overweging, dat uitgaande van de (in rov. 4.8 van dit arrest vastgestelde) niet-nieuwheid van de conclusies 1, 5 en 11, de overige conclusies niet nieuw althans niet inventief zijn. In de MvG heeft ToN bovendien geen (voldoende specifieke) grief tegen deze overweging van de rechtbank gericht, zodat ook om deze reden die overweging voor juist moet worden gehouden.
Beslissing
- vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van 18 maart 2015 (vonnis III) doch uitsluitend voor zover de daarin opgenomen proceskostenveroordelingen in zaak 12- 452 en in zaak 12-577 het bedrag van € 58.555, 17 te boven gaan en stelt deze proceskostenveroordelingen in ieder van deze zaken vast op € 58.555, 17;
- bekrachtigt de bestreden vonnissen voor het overige;
- veroordeelt ToN in de proceskosten van het hoger beroep, aan de zijde van Cresco begroot op € 95.369,1 0;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.