In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 22 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in Suriname in 1983, was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken voor het rijden met een ongeldig verklaard rijbewijs. De ongeldigverklaring was het gevolg van een alcoholslotprogramma dat de verdachte had doorlopen. De advocaat-generaal vorderde vernietiging van het vonnis en een taakstraf van 28 uur, subsidiair 14 dagen hechtenis. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte op 24 september 2013 te Capelle aan den IJssel als bestuurder van een personenauto reed, terwijl hij wist dat zijn rijbewijs ongeldig was verklaard. Het hof achtte het bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit had begaan, maar sprak hem vrij van andere tenlasteleggingen. Het hof oordeelde dat, hoewel de verdachte de verkeersveiligheid had genegeerd, het raadzaam was om geen straf of maatregel op te leggen. Dit was te wijten aan de omstandigheden rondom het alcoholslotprogramma, de reeds opgelegde geldboete en het feit dat de verdachte sinds 2014 geen strafbare feiten meer had gepleegd. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en verklaarde de verdachte strafbaar, maar legde geen straf of maatregel op.