ECLI:NL:GHDHA:2017:4030
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- E.A. Mink
- F.R. Salomons
- M.J.C. Koens
- Rechtspraak.nl
Herziening van kinderalimentatie en draagkrachtverdeling tussen ouders na echtscheiding
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 20 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de kinderalimentatie die de vader moet betalen voor zijn minderjarige kinderen. De vader, die in hoger beroep ging tegen een eerdere beschikking van de rechtbank, verzocht om een wijziging van de alimentatiebijdrage, die volgens hem te hoog was vastgesteld. De rechtbank had eerder bepaald dat de bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding voor de minderjarigen € 219,- per maand per kind bedroeg, maar de vader stelde dat de behoefte van de kinderen lager was en verzocht om een bijdrage van € 285,53 per kind per maand.
Het hof heeft de feiten vastgesteld en geconcludeerd dat de behoefte van de minderjarigen gezamenlijk € 545,- per maand bedraagt, wat neerkomt op € 272,50 per kind. Het hof heeft ook de draagkracht van de vader beoordeeld, die varieerde van € 350,- per maand voor drie kinderen tot € 552,- per maand voor vier kinderen. De vader heeft zijn draagkracht onderbouwd met jaaropgaven en andere financiële documenten. Het hof heeft vastgesteld dat de draagkracht van de vader gelijkelijk over de kinderen moet worden verdeeld, wat resulteert in een bijdrage van € 116,- per maand per kind met ingang van 14 juni 2016 en € 138,- per maand per kind met ingang van 3 april 2017.
De beslissing van het hof houdt ook in dat de moeder de eventueel teveel betaalde alimentatie niet hoeft terug te betalen aan de vader, gezien haar financiële situatie. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak om de draagkracht van ouders en de behoeften van kinderen zorgvuldig af te wegen bij het vaststellen van alimentatieverplichtingen.