Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat en [naam tolk] , tolk in de Engelse taal.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag, waarin de terugkeer van de minderjarige naar Kenia werd gelast. De moeder, die in Nederland verblijft met de minderjarige, heeft in hoger beroep aangevoerd dat de vader heeft ingestemd met de overbrenging naar Nederland en dat er een ernstig risico bestaat voor de minderjarige bij terugkeer naar Kenia. De vader daarentegen betwist deze stellingen en verzoekt het hof de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de nationaliteiten van de ouders en de minderjarige, de financiële situatie van de ouders en de omstandigheden in Kenia. Het hof oordeelt dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er sprake is van ongeoorloofde overbrenging door de moeder en dat er geen ernstige risico's zijn voor de minderjarige bij terugkeer naar Kenia. Het hof bekrachtigt de beschikking van de rechtbank, met de bepaling dat de terugkeer van de minderjarige uiterlijk op 8 maart 2017 moet plaatsvinden. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.