5.10.Het hof is derhalve van oordeel dat het onder 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 primair, 3 primair (in de zaken Heerlen, Geleen en Voorschoten), 4 primair en 5 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
2 primair:
hij
in
of omstreeksde periode van 25 februari 2015 tot en met 4 maart 2015,
te Heerlen en/of Geleen en/of Rotterdam en/of elders in Nederland
, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,meermalen
, althans éénmaal
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
één of meerderegeldbedrag
(en
), in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan
[slachtoffer 2] (9.900 en 100 euro) en
/of
[slachtoffer 1] (9.557 euro),
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),waarbij verdachte en
/ofzijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs
heeft/hebben verschaft en
/ofde/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten door (telkens)
-zich toegang te verschaffen tot de
(internet
)bankrekening
(en
)van voornoemde [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1], en
/of
(Modus operandi 2)
-middels een valse brief van (zogenaamd) [telefoonprovider 1] en/of [telefoonprovider 2] mede te delen dat een medewerk(st)er van [telefoonprovider 1] en/of [telefoonprovider 2] de simkaart(en) zou omruilen en/of vervangen en
/of
-(telefonisch) een afspraak te maken met voornoemde [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1] en
/ofzich (daarbij) voor te doen als een medewerk(st)er van [telefoonprovider 1] en/of [telefoonprovider 2] voor het omruilen en/of vervangen van de simkaart(en) en
/of
-op het afgesproken tijdstip voornoemde [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1] te bezoeken en
/ofzich uit te geven voor
en/of te kleden alseen medewerk
(st)er van [telefoonprovider 1] en/of [telefoonprovider 2]
en/of zich (met een vals) legitimatiewijs te legitimerenen
/of(vervolgens) die simkaart(en) om te ruilen en/of te vervangen en
/of
-(vervolgens) (met gebruikmaking van de aldus verkregen (inlog)gegevens) (via internetbankieren) (opnieuw) in te loggen op de bankrekening
(en
)van voornoemde [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1] en
/of
waarna hij verdachte en
/ofzijn mededader(s)
één of meerderegeldbedrag
(en
)van de bankrekening
(en
)van voornoemde [slachtoffer 2] en
/of[slachtoffer 1] over hebben gemaakt naar
één of meerderebankrekening
(en
)van
(een)derde
(n
)en/of (vervolgens) deze/dit geldbedrag(en)
met behulp van één of meerdere betaalautoma(a)t(en)hebben opgenomen/gepind;
3
primair:
hij in
of omstreeksde periode van 23 februari 2015 tot en met 31 mei 2015,
te Sittard en/of Geleen en/of Heerlen en/of Capelle aan den IJssel en/of
Heinenoord en/ofVoorschoten en/of Rotterdam en/of elders in Nederland,
althans in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen
één of meerderegeldbedrag
(en
),
in elk geval enig goed, geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of [slachtoffer 3] en/of [benadeelde partij 2] en/of[slachtoffer 4],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),en zich daarbij de toegang tot de plaats de
zesmisdrijf
sheeft/hebben verschaft en
/ofdie
/datweg te nemen geld
(bedrag
)enen/of goedonder
zijn/hun bereik te brengen door middel van een valse sleutel,
met een of meer van zijn mededader(s)
, althans alleen
-
één of meerdereE-mail(s) heeft verstuurd naar
het/de E-mailadres
(sen
)in gebruik bij voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of [slachtoffer 3] en/of [benadeelde partij 2] en/of[slachtoffer 4], waarin stond vermeld:
dat hij/zij
voor de overgang naar het SEPA betaalsysteem en/of de overgang van het 3G naar het 4G netwerk en/of de overgang/uitrol naar het 4G netwerk en/of een vernieuwde beveiligingsupdate en/of een simkaartomruilaktie voor sneller internet,
via een bij gevoegde link zijn/haar inloggegevens en/of mobiele telefoonnummer en/of gegevens van zijn/haar betaalpas en/of zijn/haar pincode diende in te voeren en
/of
-zich toegang heeft verschaft tot de
(internet
)bankrekening van voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2] en
/of [slachtoffer 3] en/of [benadeelde partij 2] en/of[slachtoffer 4] en
/of
(MO1)
-middels een valse brief (zich voordoende als [N.V. 1]) aan voornoemde
[slachtoffer 3] en/of[slachtoffer 4] heeft medegedeeld dat een medewerker van [N.V. 2] de betaalpas(sen) op zou halen en
/of
-(telefonisch) contact op heeft genomen met voornoemde
[slachtoffer 3] en/of[slachtoffer 4] en zich (daarbij) heeft voorgedaan als een medewerk(st)er van [benadeelde partij 1] en
/of(aldus) een of meer TAN-codes heeft gevraagd en
/ofbemachtigd en
/of
-(telefonisch) een afspraak heeft gemaakt met voornoemde
[slachtoffer 3] en/of[slachtoffer 4] en
/ofzich (daarbij) heeft voorgedaan als een medewerk(st)er van [benadeelde partij 1] voor het ophalen van de bankpas(sen) en
/of
-(met gebruikmaking van de verkregen inloggegevens en
/ofTAN code) middels "Mijn [N.V. 1]" de transactielimiet van de betaalpas(sen) heeft verhoogd en
/of
-op het afgesproken tijdstip voornoemde
[slachtoffer 3] en/of[slachtoffer 4] heeft bezocht en
/ofzich uit heeft gegeven voor
en/of heeft gekleed alseen medewerk(st)er van [N.V. 2]
en/of zich (met een vals) legitimatiewijs heeft gelegitimeerd
(MO2)
-middels een valse brief van (zogenaamd) [telefoonprovider 1] en/of [telefoonprovider 2]
en/of [telefoonprovider 3]aan voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
en/of [benadeelde partij 2]heeft medegedeeld dat een medewerk(st)er van [telefoonprovider 1] en/of [telefoonprovider 2]
en/of [telefoonprovider 3]de simkaart(en) zou omruilen en/of vervangen en
/of-(telefonisch) een afspraak heeft gemaakt met voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
en/of [benadeelde partij 2]en
/ofzich (daarbij) heeft voorgedaan als een medewerk(st)er van [telefoonprovider 1] en/of [telefoonprovider 2]
en/of [telefoonprovider 3]voor het omruilen en/of vervangen van de simkaart(en) en
/of
-op het afgesproken tijdstip voornoemde [slachtoffer 1] en
/of[slachtoffer 2]
en/of [benadeelde partij 2]heeft bezocht en
/ofzich heeft uitgegeven voor
en/of gekleed alseen medewerk
(st)er van [telefoonprovider 1] en/of [telefoonprovider 2]
en/of [telefoonprovider 3] en/of zich (met een vals) legitimatiewijs heeft gelegitimeerd,
en
/of
waarna hij verdachte en
/ofzijn mededader(s)
één of meerderegeldbedrag
(en
)van de bankrekening
(en
)van voornoemde [slachtoffer 1] (ongeveer 4.443 euro) en
/of[slachtoffer 2] (10.000 euro) en
/of[slachtoffer 4] (ongeveer 21.285 euro) hebben ontspaard en/of overgemaakt naar één of meerdere bankrekening(en) van (een) derde(n) en/of hij verdachte
en/of zijn mededader(s)heeft
/hebbengeprobeerd te pinnen;
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4 primair:
hij in
of omstreeksde periode van 23 februari 2015 tot en met 31 mei 2015,
te Heerlen en/of Rotterdam en/of elders in Nederland,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen,meermalen,
althans éénmaal
met het oogmerk om zich en
/of(een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van
een valse naam en/of vaneen valse hoedanigheid en/
ofdoor een of meer listige kunstgrepen
en/of door een samenweefsel van verdichtsels,
[benadeelde partij 1] of[benadeelde partij 1] heeft
/hebbenbewogen tot de afgifte van
één of meerderegeldbedrag
(en
),
in elk geval van enig goed,hebbende verdachte en
/ofzijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en
/oflistiglijk
en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid- zich toegang verschaft tot de (internet) bankrekening van [slachtoffer 2],
(MO2)
-middels een valse brief van (zogenaamd) [telefoonprovider 1] aan [slachtoffer 2] medegedeeld dat een medewerk(st)er van [telefoonprovider 1] de simkaart(en) zou omruilen en/of vervangen en
/of
-(telefonisch) een afspraak gemaakt met voornoemde [slachtoffer 2] en
/ofzich (daarbij) voorgedaan als een medewerk(st)er van [telefoonprovider 1] voor het omruilen en/of vervangen van de simkaart(en) en/of
-op het afgesproken tijdstip voornoemde [slachtoffer 2] bezocht en
/ofzich uitgegeven voor
en/of gekleed alseen medewerk
(st)er van [telefoonprovider 1] en
/of zich (met een vals) legitimatiewijs gelegitimeerd en/of(vervolgens) die simkaart(en) omgeruild en/of vervangen en
/of
-(vervolgens) (met gebruikmaking van de aldus verkregen (inlog)gegevens) (via internetbankieren) (opnieuw) ingelogd op de bankrekening(en) van voornoemde [slachtoffer 2];
waarna hij verdachte en
/ofzijn mededader(s)
één of meerderegeldbedrag
(en
)van de bankrekening
(en)van voornoemde [slachtoffer 2] over hebben gemaakt naar één
of meerderebankrekening
(en)van
(een
)derde
(n)en
/of(vervolgens) deze/dit geldbedrag(en)
met behulp van één of meerdere betaalautoma(a)t(en)hebben opgenomen
/gepind;
waardoor voornoemde
[benadeelde partij 1] of[benadeelde partij 1] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
5:
hij
in
of omstreeksde periode van 23 februari 2015 tot en met 31 mei 2015,
te Sittard en/of Geleen en/of Heerlen en/of Capelle aan den IJssel en/of Heinenoord en/of Voorschoten en/of Rotterdam en/of elders in Nederland,
althans in Nederland,
heeft deelgenomen aan een organisatie, die tot oogmerk had het plegen van misdrijven, welke organisatie bestond uit verdachte,
[medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1]en
/ofeen of meer andere perso(o)n(en), welke misdrijven waren: [Phishing] - Het tezamen en in vereniging met een ander of anderen, plegen van phishing, bestaande onder meer uit computervredebreuk als bedoeld in artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht en/of
[Oplichting] -het tezamen en in vereniging met een ander of anderen, plegen van oplichting als bedoeld in artikel 326 Wetboek van Strafrecht en/of
[Diefstal] -het tezamen en in vereniging met een ander of anderen, plegen van diefstal als bedoeld in artikel 311 jo 310 van Wetboek van Strafrecht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het onder 2 primair bewezen verklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Het onder 3 primair bewezen verklaarde levert op:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Het onder 4 primair bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van oplichting, meermalen gepleegd.
Het onder 5 bewezen verklaarde levert op:
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.
Het hof heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.
Daarbij heeft het hof in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich gedurende een periode op de bewezenverklaarde wijze meermalen schuldig gemaakt aan het in vereniging plegen van diefstal en poging tot diefstal. Bij die (poging tot) diefstal werd onder meer gebruik gemaakt van inlog- en andere gegevens die daarvoor met behulp van zogenaamde “phishing” mails waren verkregen van de slachtoffers. Voorts heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van oplichting van [N.V. 1]. Ook heeft de verdachte deelgenomen aan een criminele organisatie die tot doel had misdrijven te plegen die verband houden met phishing, oplichting en diefstal. Aldus handelende heeft de verdachte niet alleen de rekeninghouders, maar ook [N.V. 1] ernstige schade berokkend. De bijdrage van de verdachte aan de in georganiseerd verband gepleegde misdrijven heeft het economisch systeem en het vertrouwen van de getroffen rekeninghouders in het betalingsverkeer en bankwezen ernstig ondermijnd. Wanneer het vertrouwen in het betalingsverkeer en bankwezen bij consumenten in het algemeen niet meer aanwezig is, bestaat bovendien het risico van een ernstige ontwrichting van het maatschappelijk en economisch verkeer. Aangenomen mag worden dat de organisatie erop uit is geweest geldelijk gewin te behalen, zonder zich daarbij te laten weerhouden door deze gevolgen.
Het hof rekent het de verdachte zwaar aan dat hij degene is geweest die persoonlijk bij de – veelal bejaarde - slachtoffers thuis kwam en probeerde hun vertrouwen te winnen. Hij moet zich derhalve ook van hun kwetsbaarheid bewust zijn geweest, maar heeft zich kennelijk slechts door zijn behoefte aan geld laten leiden. Ook anderszins kan nergens uit blijken dat de verdachte ook maar enige spijt van zijn handelen heeft. Dat maakt naar het oordeel van het hof dat de recidivekans als aanzienlijk moet worden ingeschat.
Gelet op de ernst van de feiten en de rol die de verdachte in de organisatie heeft gehad acht het hof oplegging van een gevangenisstraf van een aanzienlijke duur gerechtvaardigd. Wel zal het hof een deel van de gevangenisstraf voorwaardelijk opleggen en daaraan een proeftijd van drie jaren verbinden om de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Het hof heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 januari 2017, waaruit blijkt dat de verdachte reeds eerder onherroepelijk is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de onderhavige feiten te plegen.
Het hof houdt met betrekking tot de onder 2 primair, 3 primair en 4 primair bewezenverklaarde feiten, in enigszins matigende zin, rekening met de op het gebied van de gedragingen van de verdachte, overlapping.
Het hof is - alles overwegende - van oordeel dat een deels voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur een passende en geboden reactie vormt.
In beslag genomen voorwerpen
De advocaat-generaal heeft ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen gevorderd dat het Rolex horloge, zoals deze is vermeld onder 1 op de lijst van in beslag genomen voorwerpen, zal worden verbeurdverklaard en dat het geldbedrag van € 2.000,00, zoals deze is vermeld onder 2 op de lijst van in beslag genomen voorwerpen, zal worden teruggegeven aan [rechthebbende 1].
Het hof beslist ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen als volgt.
Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven Rolex horloge dat bij gelegenheid van het onderzoek naar het door de verdachte onder 3 begane misdrijf is aangetroffen en aan de verdachte toebehoort, dient te worden onttrokken aan het verkeer, nu het – naar verdachte zelf heeft verklaard – gaat om een vervalst exemplaar en het ongecontroleerde bezit daarvan derhalve in strijd met de wet moet worden geacht.
Ten aanzien van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 2.000,00 zal het hof de teruggave aan de rechthebbende, [rechthebbende 1], gelasten, nu het strafvorderlijk belang zich daartegen niet verzet.
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 1]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 1] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 4 ten laste gelegde, tot een bedrag van € 36.817,68.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van een gedeelte van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van € 14.800,00.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte niet betwist.
Naar het oordeel van het hof heeft de benadeelde partij aangetoond dat tot een bedrag van € 14.800,00 materiële schade is geleden. Deze schade is een rechtstreeks gevolg van het onder 2 primair en 4 primair bewezenverklaarde. De vordering van de benadeelde partij zal derhalve tot dat bedrag worden toegewezen.
Voor het overige dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering tot schadevergoeding, omdat niet is komen vast te staan dat deze materiële schade een rechtstreeks gevolg is van het onder 2 primair en 4 primair bewezen verklaarde.
Dit brengt mee dat de verdachte dient te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt, welke kosten het hof vooralsnog begroot op nihil, en in de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
Betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1]
Nu vaststaat dat de verdachte tot een bedrag van
€ 14.800,00 aansprakelijk is voor de schade die door het onder 4 primair bewezen verklaarde is toegebracht, zal het hof aan de verdachte de verplichting opleggen dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1].
Vordering tot schadevergoeding [benadeelde partij 2]
In het onderhavige strafproces heeft [benadeelde partij 2] zich als benadeelde partij gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van geleden materiële schade als gevolg van het aan de verdachte onder 1 en 3 in de zaak Heinenoord ten laste gelegde, tot een bedrag van
€ 450,00.
In hoger beroep is deze vordering aan de orde tot dit in eerste aanleg gevorderde en in hoger beroep gehandhaafde bedrag.
De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot toewijzing van de gehele vordering van de benadeelde partij.
De vordering van de benadeelde partij is namens de verdachte niet betwist.
Nu de verdachte ter zake van het onder 1 primair en subsidiair en 3 primair en subsidiair ten laste gelegde in de zaak Heinenoord wordt vrijgesproken, dient de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
Nu namens de verdachte niet is gesteld dat deze met het oog op de verdediging tegen de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij kosten heeft gemaakt, kan een kostenveroordeling achterwege blijven.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 36d, 36f, 45, 47, 57, 63, 140, 311 en 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals zij rechtens gelden dan wel golden.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2 primair, 3 primair, 4 primair en 5 bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
15 (vijftien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, of artikel 27a van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1. STK horloge Rolex Winner
Gelast de
teruggaveaan [rechthebbende 1] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
2. Geld Euro 2.000,-
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
Wijst toe de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]. ter zake van het onder 2 primair en 4 primair bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 14.800,00 (veertienduizend achthonderd euro) ter zake van materiële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
Verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Legt aan de verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [benadeelde partij 1], ter zake van het onder 2 primair en 4 primair bewezen verklaarde een bedrag te betalen van
€ 14.800,00 (veertienduizend achthonderd euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
109 (honderdnegen) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.
Bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
Verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] in de vordering tot schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door mr. Chr.A. Baardman, mr. M. Moussault en mr. A. Kuijer, in bijzijn van de griffier mr. M.V. Lievers-Roza.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van het hof van 21 februari 2017.