Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij op of omstreeks 28 september 2016 te 's-Gravenhage tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen Een tas (merk: Louis Vuitton) en/of twee mobiele telefoons (merk: Samsung) en/of oordopjes (merk: Apple en/of een bril (merk: My Brand) en/of een portemonnee met inhoud (o.a. geld, bankpas en ov-chipkaart), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen deze [aangeefster 1], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het
hij op of omstreeks 21 september 2016 te 's-Gravenhage op de Groot Hertoginnelaan, danwel de kruising van de Groot Hertoginnelaan met de Voltastraat, aan de openbare weg, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas (met inhoud, waaronder een geldbedrag), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld van geweld tegen die [aangeefster 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken, welk geweld bestond uit het (met kracht) losrukken van die (hand)tas van de rollator (waaraan die tas vastzat);
wistdat hij zijn geld in zijn paspoort bewaarde. [2]
outreachendebehandeling binnen in het gezin, maar deze behandeling kan nog niet met naam benoemd worden. Het hof zal daarom de bijzondere voorwaarde opleggen als hiervoor omschreven en hierna vermeld.
BESLISSING
120 (honderdtwintig) dagen.
30 (dertig) dagen,niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde(n) niet heeft nageleefd.
bijzonderevoorwaarde dat veroordeelde zich gedurende de proeftijd houdt aan de aanwijzingen te geven door of namens de jeugdreclassering ook als de aanwijzingen inhouden dat de veroordeelde
bijzonderevoorwaarde dat de veroordeelde verplicht is zich gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen te melden bij de jeugdreclassering, zo frequent en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht.
Stelt als bijzondere voorwaarde dat de veroordeelde onderwijs zal volgen.
dadelijk uitvoerbaarzijn.
Vordering van de benadeelde partij [aangeefster 1]
€ 500,00 (vijfhonderd euro) bestaande uit € 400,00 (vierhonderd euro) materiële schade en € 100,00 (honderd euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte die, evenals zijn mededaders, hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, met dien verstande dat indien en voor zover de een aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan, de een of meer anderen daarvan in zoverre zullen zijn bevrijd, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 500,00 (vijfhonderd euro) bestaande uit € 400,00 (vierhonderd euro) materiële schade en € 100,00 (honderd euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
2 (twee) dagen jeugddetentie, met dien verstande dat de toepassing van die jeugddetentie de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.