ECLI:NL:GHDHA:2017:364
Gerechtshof Den Haag
- Rekestprocedure
- Rechtspraak.nl
Wisselbepaling hoger beroep ingeleid met dagvaarding in plaats van verzoekschrift; geen misbruik van procesrecht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep dat is ingeleid door verzoekster tegen een beschikking van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had de verzoeken van verzoekster om de erfgenamen van de erflater te veroordelen om mee te werken aan het vestigen van vruchtgebruik op andere goederen van de nalatenschap, alsmede om inzage te verstrekken in financiële bescheiden, afgewezen. Verzoekster is vervolgens in hoger beroep gegaan met een dagvaarding in plaats van een verzoekschrift, wat aanleiding gaf tot vragen over de ontvankelijkheid van het hoger beroep. Het hof heeft eerder bevolen dat verzoekster de dagvaarding moest verbeteren en aanvullen om te voldoen aan de eisen van een beroepschrift. Tijdens de behandeling van de zaak heeft het hof vastgesteld dat verzoekster niet bewust de verkeerde rechtsingang heeft gekozen en dat er geen sprake was van misbruik van procesrecht. Het hof heeft verzoekster ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep en bepaald dat de behandeling van de zaak zal worden voortgezet op een nader te bepalen datum.