Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[naam verdachte],
your home your castleis, dan kan je wel zeggen dat er een
castlevernietigd is. [26]
of omstreeks10 december 2015 te Rotterdam, in een woning
/pandgelegen aan de [straatnaam], opzettelijk een ontploffing teweeg heeft gebracht en/of brand heeft gesticht immers heeft verdachte toen aldaar
een ofmeer plek
(ken
)ontbrandbare vloeistoffen (te weten
gas en/ofeen aardoliedestillaat van subklasse kookpuntbenzine en
/ofeen paraffinisch-isoparafinisch product) opzettelijk in aanraking gebracht met (open) vuur,
en/of
en/of dampenopzettelijk in aanraking gebracht met (een) andere in de woning aanwezige ontstekingsbron(nen)
(een)brandbare stof
(fen
), ten gevolge waarvan een ontploffing en
/ofbrand is ontstaan en
/ofdie woning geheel of gedeeltelijk is ontploft en
/ofverbrand, terwijl daarvan gemeen gevaar voor die woning
en/of de in die woningen
/of zichin de nabijheid van die woning
/belendende percelenaanwezige goederen,
in elk geval gemeen gevaar voor goederen,en
/oflevensgevaar en
/ofgevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor
zich in die woning en/ofzich in de nabijheid van die woning/belendende percelen bevindende personen,
in elk geval levensgevaar en/of zwaar lichamelijk letsel voor een ander of anderen,te duchten was.
de eendaadse samenloop van
en
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1]
[benadeelde partij 1]niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 2]
[benadeelde partij 2]niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3]
[benadeelde partij 3]ter zake van het bewezen verklaarde tot het bedrag van
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) als vergoeding voor materiële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
25 (vijfentwintig) dagen hechtenis, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.