Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
hij in op of omstreeks 12 februari 2005 te Rotterdam ter uitvoering van het voornemen om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven te beroven, immers heeft verdachte opzettelijk met een pistool, meermalen althans éénmaal op (het lichaam van ) die [slachtoffer] geschoten, welke vorenomschreven poging tot doodslag werd gevolgd en/of vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten diefstal met geweld, en welke geweldshandelingen werden gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of (een) ander(e) deelnemer(s) straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 12 februari 2005 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een mobiele telefoon (merk Samsung type E600 Color) en/of (een) siera(a)d(en), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [benadeelde partij 2] en/of [benadeelde partij 3] en/of [slachtoffer],gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit het:
hij op of omstreeks 12 februari 2005 te Rotterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 categorie III onder 1° van de Wet wapens en munitie, te weten,
Uit het dossier blijkt dat meerdere forensische sporen zijn onderzocht waarbij een match bestaat met de verdachte. In de eerste plaats een enkelvoudig DNA-profiel van bloed dat is aangetroffen op de spijkerbroek van het slachtoffer [slachtoffer] dat matcht met het DNA-profiel van de verdachte. Daarnaast twee DNA-mengprofielen van celmateriaal afkomstig van de binnenkant van de klep van de muts, waarvan de hoofdprofielen matchen met het DNA-profiel van de verdachte. Ten slotte een mt-DNA-profiel afkomstig van de buitenkant van de muts (hoofdhaar) dat matcht met het DNA-profiel van de verdachte. De NFI-deskundige constateert hierbij dat de onderzoeksresultaten veel waarschijnlijker zijn als de hoofdhaar van verdachte afkomstig is dan wanneer de hoofdhaar niet van de verdachte afkomstig is.
belastend voor de verdachte. Enig bewijs voor verdachte’s daderschap kan er dan ook niet uit worden afgeleid. De rechtbank verwijst overigens in haar vonnis ten aanzien van het vuurwapen ten onrechte naar een gedeelte van het deskundigenrapport dat betrekking heeft op een andere bemonstering, niet zijnde afkomstig van het pistool dat in de onderhavige zaak door ‘dader 1’ zou zijn gehanteerd.