Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
of omstreeks9 oktober 2016 te 's-Gravenhage [benadeelde partij] heeft mishandeld door die [benadeelde partij] een trap tegen het hoofd te geven.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 3 november 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, een portier van een uitgaansgelegenheid, werd beschuldigd van mishandeling nadat hij op 9 oktober 2016 in 's-Gravenhage een bezoeker een trap tegen het hoofd had gegeven. De situatie ontstond toen de verdachte, die als beveiliger werkzaam was, werd aangevallen door de bezoeker, die hem een duw en een vuistslag gaf. In reactie hierop ontstond er een opstootje waarbij de collega van de verdachte ook werd aangevallen. De verdachte verklaarde dat hij, uit bescherming van zijn collega, de bezoeker een trap gaf terwijl deze op de grond lag. Het hof oordeelde dat de verdachte de grenzen van de noodzakelijke verdediging had overschreden, maar dat deze overschrijding verontschuldigbaar was door de hevige gemoedsbeweging die was ontstaan door de eerdere aanranding van zijn collega. Het hof concludeerde dat de verdachte niet strafbaar was en ontsloeg hem van alle rechtsvervolging.