Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
- de curator, bijgestaan door zijn advocaat;
- de zwager van de betrokkene.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 6 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep over de opheffing van de ondercuratelestelling van een betrokkene die feitelijk in Spanje verblijft. De curator, die de betrokkene vertegenwoordigt, heeft hoger beroep ingesteld tegen een beschikking van de kantonrechter in Den Haag, waarin de ondercuratelestelling was opgeheven. Het hof heeft de rechtsmacht van de Nederlandse rechter beoordeeld in het kader van het Haags verdrag inzake de internationale bescherming van volwassenen. Het hof concludeert dat, hoewel de betrokkene en haar echtgenoot in Spanje verblijven, de Nederlandse rechter bevoegd is om het verzoek tot opheffing van de ondercuratelestelling te behandelen, omdat de curator in Nederland woont en de betrokkene een WAO-uitkering ontvangt vanuit Nederland.
Het hof heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een verstandelijke beperking en bijkomende psychiatrische problematiek, en dat de curator nog steeds veel werkzaamheden verricht om haar belangen te beschermen. De curator heeft verzocht om de ondercuratelestelling op te heffen en in plaats daarvan een onderbewindstelling uit te spreken, maar het hof oordeelt dat de ondercuratelestelling noodzakelijk blijft. De betrokkene heeft zich verzet tegen het verzoek van de curator, maar het hof oordeelt dat er geen gegronde redenen zijn om de bescherming te verminderen. De bestreden beschikking is vernietigd en het verzoek tot opheffing van de ondercuratelestelling is afgewezen.