2.6[appellant] heeft in zijn akte aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de hoogte van het voorschot. Heineken heeft weliswaar aangegeven dat zij het in rekening te brengen voorschot “een fors bedrag” vindt, maar zij heeft dat kennelijk gerelateerd aan het primair door haar bepleite alternatief: beslissen op basis van het rapport van Van Mourik en diens mondelinge toelichting daarop, dan wel aan de kosten die ermee gemoeid zouden zijn om aan Van Mourik enkele nadere vragen te stellen, zoals Heineken subsidiair bepleit, dan wel aan het meer subsidiair voorgestane benoemen van één nieuwe deskundige. Dat het bedrag van € 10.600,- als zodanig te hoog is voor de voorgenomen opdracht aan de twee voorgestelde deskundigen, heeft Heineken niet aangevoerd. Het hof zal daarom bepalen dat [appellant] voorafgaand aan het deskundigenonderzoek een voorschot van € 10.600,- excl. BTW dient te voldoen.
- beveelt een onderzoek door twee deskundigen teneinde aan het hof rapport uit te brengen omtrent de onder rechtsoverweging 2.5 vermelde vragen;
- benoemt als zodanig:
dr. P.M. van Roermund, orthopedisch chirurg,
dr. P.H.J.M. Elsenburg, neurochirurg,
beiden verbonden aan:
Neuro-Orthopaedisch Centrum
Prof. Bronkhorstlaan 10
3723 MB Bilthoven
030-2294267
- benoemt tot raadsheer-commissaris mr. H.M. Wattendorff;
- bepaalt dat de deskundigen hun onderzoek in beginsel zelfstandig zullen verrichten, maar dat zij zich in geval van vragen of problemen kunnen wenden tot de raadsheer-commissaris;
- bepaalt dat de deskundigen bij het verrichten van hun werkzaamheden naast de normen van hun beroepsgroep(en) tevens de leidraad deskundigen in civiele zaken in acht dienen te nemen;
- bepaalt dat de deskundigen hun werkzaamheden niet zullen behoeven aan te vangen voordat door [appellant] als voorschot op de nader te bepalen kosten van het deskundigenonderzoek een bedrag van € 10.600,- excl. BTW zal zijn gestort. Hiertoe ontvangt [appellant] een factuur van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (LDCR) met betaalinstructies;
- bepaalt dat dit voorschot uiterlijk twee weken na factuurdatum moet zijn voldaan;
- bepaalt dat de deskundigen met hun onderzoek zullen aanvangen nadat de griffier van het hof hen heeft bevestigd dat voormeld voorschot door het LDCR is ontvangen;
- bepaalt dat de deskundigen hun schriftelijke rapport ter griffie handel van dit hof (Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, P2-267A) zullen deponeren vóór 2 januari 2018. Uit dat rapport moet blijken:
a. dat de deskundigen beide partijen in de gelegenheid hebben gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen waarvan de inhoud in het rapport vermeld dient te worden;
b. dat de deskundigen, alvorens een definitief rapport op te maken, partijen een conceptrapport hebben doen toekomen en zij partijen daarbij in de gelegenheid hebben gesteld opmerkingen te maken en verzoeken te doen, waarvan de inhoud in het definitieve rapport vermeld dient te worden;
- bepaalt dat de deskundigen tegelijk met het rapport een declaratie van loon en kosten ter griffie zullen indienen onder vermelding van de namen van partijen en het zaaknummer;
- wijst partijen erop dat indien zij schriftelijke opmerkingen aan de deskundigen doen toekomen, daarvan terstond een afschrift aan de wederpartij dient te worden verstrekt;
- wijst de deskundigen erop dat zij in verband met een mogelijk beroep van [appellant] op een blokkeringsrecht als bedoeld in artikel 7:464 lid 2, aanhef en sub b, BW, hun conceptrapport voordat het aan (de advocaat van) Heineken wordt gezonden, eerst aan (de advocaat van) [appellant] dienen toe te zenden. Wanneer vervolgens de advocaat van [appellant] niet binnen veertien dagen meedeelt dat [appellant] een beroep op zijn blokkeringsrecht doet, dienen de deskundigen het conceptrapport ook aan (de advocaat van) Heineken toe te zenden. Indien [appellant] wel een beroep op zijn blokkeringsrecht doet, behoeven de deskundigen niet (verder) te rapporteren en kunnen zij het hof dienovereenkomstig berichten;
- bepaalt dat [appellant] het procesdossier binnen twee weken na dagtekening van dit arrest aan ieder van de deskundigen ter hand zal stellen;
- verwijst de zaak naar de rol van 2 januari 2018 voor deskundigenrapport. Indien de deskundigen hun rapport niet vóór die datum kunnen deponeren, dienen zij uiterlijk twee weken voor deze datum aan de raadsheer-commissaris te verzoeken om een nadere datum voor het deponeren van het deskundigenrapport, via de griffie handel van dit hof (Postbus 20302, 2500 EH Den Haag, P2-267A);
- nadat de deskundigen het schriftelijke rapport hebben gedeponeerd, zal de zaak naar een roldatum worden verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van [appellant] .
- bepaalt dat de griffier een afschrift van dit arrest aan de deskundigen zendt;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.M. Wattendorff, R.S. van Coevorden en M.L.A. Filippini en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 19 september 2017 in aanwezigheid van de griffier.