Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 20 juni 2017
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
Algemeen
Vonnis van de rechtbank van 11 november 2015
De vordering van de man
De vordering van de vrouw en de door haar gekozen grondslag
Ter zitting van het Gerechtshof s` Gravenhage van 29 september 1992 zijn partijen een regeling overeengekomen die mede de afspraak omvat dat:
Huwelijksvermogensrecht en pensioenrechten
Kern van het geschil
Is er sprake van een stilzwijgende overeenkomst tussen de man en de vrouw?
- De man is niet direct betalingen gaan doen;
- De door hem verrichte betalingen zijn zeker niet alleen gedaan onder vermelding van de noemer pensioen;
- Uit de betaling kan niet worden afgeleid dat er levenslang wordt betaald;
- De door de man gedane betalingen zijn dan ook geen erkenning van enige betalingsverplichting;
- De man voelde zich onder druk gezet door de toenmalige advocaat van de vrouw (randnummer 37);
- De man kon de procedures geestelijk niet aan. Hij had onvoldoende geld om zelf een advocaat te betalen.
- Uit het incidenteel appel volgt dat uit de brief van de raadsheer-commissaris
- De man heeft stilzwijgend ingestemd met de inhoud van de brief van de toenmalige advocaat van de vrouw op 22 augustus 2002, in het bijzonder met de mededeling dat ervan uitgegaan wordt dat de betaling van de man aan de vrouw van € 236,00 met de omschrijving maand juni, juli ziet op het deel van het ouderdomspensioen dat aan de vrouw toekomt;
- Dat de betalingen met tussenpozen zijn verricht, maakt evenmin dat geen sprake was van een erkend recht.
- Anders dan de man betoogt, was de inhoud van de tussen partijen gemaakte afspraken ter zake van het ouderdomspensioen en het weduwenpensioen duidelijk, althans had het duidelijk voor de man moeten zijn.
na29 september 1992 niet vastgesteld kan worden dat er tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen zoals de rechtbank heeft verwoord in rechtsoverweging 4.4 van het tussenvonnis van 16 september 2015. In het door de raadsheer-commissaris getekende proces-verbaal van 29 september 1992 wordt met geen woord gerept over pensioenaanspraken van de vrouw richting de man. Een redelijke uitleg van het proces-verbaal brengt met zich mede dat partijen een totale regeling hebben willen vaststellen. Partijen hebben ook een regeling getroffen met betrekking tot de alimentatie. Voorts volgt uit het proces-verbaal dat het voor beide partijen duidelijk was dat Duits recht op het huwelijksvermogensrecht van toepassing was. De brief van de raadsheer-commissaris mr. [naam] aan de beide advocaten is opmerkelijk, het is ongebruikelijk dat een rechter zich rechtstreeks wendt tot de beide advocaten, zulks is de taak van de griffier. Uit de brief van de raadsheer-commissaris mr. [naam] van 30 september 1992 volgt niet dat er een overeenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot de pensioenrechten van de man. Deze brief is in ieder geval voor de advocaten van partijen geen aanleiding geweest om nog een nadere regeling te treffen met betrekking tot de door de man tijdens het huwelijk opgebouwde pensioenrechten. Het feit dat de man vanaf 2003 gedurende enige tijd aan de vrouw bedragen heeft overgeboekt is onvoldoende om daaruit af te leiden dat tussen partijen een overeenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot het hiervoor vermelde pensioen van de man. Laat staan dat kan worden vastgesteld wat die stilzwijgende afspraak dan ook daadwerkelijk inhoudt. Is het een kortstondige ondersteuning van de vrouw geweest? Heeft de man onder druk van de advocaat van de vrouw betaald? Als de afspraak van de vrouw met de man concreet was geweest met betrekking tot het pensioen, waarom start de vrouw eerst in 2013 een gerechtelijke procedure op? Bovendien baseert zij haar vordering op de overeenkomst van 29 september 1992. Uit het gedrag van de man kan niet worden vastgesteld dat er een overeenkomst tot stand is gekomen met betrekking tot de pensioenrechten die in de huwelijkse periode zijn opgebouwd, laat staan dat vastgesteld kan worden wat dan de inhoud is van die overeenkomst. De grief van de man treft dus doel.