ECLI:NL:GHDHA:2017:2536
Gerechtshof Den Haag
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen vervangende hechtenis wegens niet naar behoren verrichte taakstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 29 augustus 2017 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van de veroordeelde tegen de kennisgeving van het openbaar ministerie tot toepassing van vervangende hechtenis. De veroordeelde had een taakstraf van 180 uren opgelegd gekregen, welke voorwaardelijk was, en zou vervangen worden door hechtenis voor 47 dagen indien de taakstraf niet naar behoren zou worden verricht. De advocaat-generaal had op 12 mei 2017 kennis gegeven dat vervangende hechtenis voor 46 dagen zou worden toegepast, omdat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren had uitgevoerd. De veroordeelde heeft slechts 7 uren van de taakstraf uitgevoerd en heeft een bezwaarschrift ingediend, waarin zij stelde dat haar niet-naleving van de afspraken met de reclassering te wijten was aan omstandigheden buiten haar schuld, waaronder een terugval in drugsgebruik.
Het hof heeft het bezwaarschrift behandeld op een openbare zitting op 15 augustus 2017, waar de advocaat-generaal de conclusie trok dat het bezwaarschrift ongegrond moest worden verklaard. De rapportage van de reclassering bevestigde dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren had verricht. Ondanks dat de veroordeelde had aangegeven haar bezwaar nader te willen toelichten, is zij niet verschenen op de zitting. Haar raadsvrouw was niet gemachtigd om het bezwaar toe te lichten. Het hof concludeerde dat de inhoudelijke onderbouwing van de rapportage niet was betwist en dat de omstandigheden die de veroordeelde aanvoerde niet voldoende waren om de conclusie van het openbaar ministerie te weerleggen. Het hof heeft uiteindelijk het bezwaarschrift ongegrond verklaard.