Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte],
BESLISSING
spreekt de verdachte daarvan vrij.
niet-ontvankelijk.
niet-ontvankelijk.
Gerechtshof Den Haag
In deze zaak heeft het Gerechtshof Den Haag op 1 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Den Haag. De verdachte, geboren in 1943, was in eerste aanleg vrijgesproken van wederspannigheid en mishandeling, maar veroordeeld tot een taakstraf voor het onder 1 subsidiair ten laste gelegde. Het hof heeft het hoger beroep behandeld op 18 augustus 2017, waarbij de advocaat-generaal en de verdediging hun standpunten naar voren hebben gebracht. De verdachte werd beschuldigd van het verzetten tegen ambtenaren en het beledigen van hen tijdens een incident op 20 april 2015 in Poeldijk.
Het hof heeft geconcludeerd dat de ten laste gelegde feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden. De verdachte werd vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, waaronder de mishandeling van verbalisanten en de belediging door het opsteken van de middelvinger. Het hof oordeelde dat de politie onrechtmatig had gehandeld door de verdachte in zijn woning aan te pakken zonder voldoende rechtsgrond. De verdachte had zich verdedigd tegen de onrechtmatige aanhouding, wat leidde tot de vrijspraak van het onder 1 subsidiair ten laste gelegde. Ook de vorderingen van de benadeelde partijen, die schadevergoeding eisten, werden afgewezen omdat de verdachte werd vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.
Het hof heeft de vorderingen van de benadeelde partijen niet-ontvankelijk verklaard en hen veroordeeld in de kosten die de verdachte heeft gemaakt in verband met de vordering. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor politieagenten om met de nodige souplesse op te treden, vooral in situaties waarin geen acute dreiging bestaat.