Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
arrest van 5 september 2017
[naam] ,
Bouwend Nederland,
Het geding
Beoordeling van het hoger beroep
primairvan mening dat de kantonrechter ten onrechte heeft geoordeeld dat de pensioenovereenkomst is beëindigd als bedoeld in artikel 4 lid 2 sub a van de Toeslagregeling. Bouwend Nederland heeft volgens [appellant] de overeenkomst in gewijzigde vorm voortgezet (grief 1 en 8) waardoor ook de Toeslagregeling in gewijzigde vorm is voortgezet (grief 3). Het oordeel van de kantonrechter dat de Toeslagregeling is beëindigd, en dat daarop dan ook geen beroep meer kan worden gedaan, acht [appellant] dan ook onjuist (grief 4 en 9).
"Gezien deze bijzondere omstandigheid gaan wij akkoord met tussentijdse beëindiging van de overeenkomst."Het hof volgt [appellant] niet in genoemd standpunt. Wat er ook zij van de tussen Nationale-Nederlanden en VBW-Asfalt bestaande afspraken over opzegging, geldt dat uit de betreffende brief blijkt dat Nationale-Nederlanden akkoord is gegaan met de beëindiging per 1 juli 2012. Zonder toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom Nationale-Nederlanden niet had mogen instemmen met de opzegging van de overeenkomst door VWB-Asfalt.
jegens de deelnemersis het sluiten en in stand houden van de pensioenverzekeringen volgens het in dit Pensioenreglement bepaalde, aan welke verplichting VBW-Asfalt heeft voldaan tot het moment dat het deelnemerschap van [appellant] eindigde. Van andere uit het Pensioenreglement (of Toeslagregeling) voortvloeiende verplichtingen (jegens pensioengerechtigden als [appellant] ) is niet gebleken. De enkele omstandigheid dat opzegging van de Verzekeringsovereenkomst, door toepassing van artikel 4 van de Toeslagregeling, materieel tot gevolg heeft, dat – nadat het op de depotrekening aanwezige saldo is aangewend om de pensioenen die daarvoor in aanmerking komen (waaronder het pensioen van [appellant] ) te verhogen – verdere indexering voor de toekomst is uitgesloten, doet aan het vorenstaande niet af. Daarbij is niet relevant welke bedoeling destijds ten grondslag heeft gelegen aan de Toeslagregeling, daar deze regeling objectief moet worden uitgelegd conform de zogenoemde CAO-norm.