voor het overige de bestreden beschikking te bekrachtigen.
4. De man bestrijdt het incidenteel appel van de vrouw en verzoekt, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
de grieven van de vrouw te passeren, althans de vrouw ter zake niet-ontvankelijk te verklaren, althans het verzochte door de vrouw af te wijzen;
in afwijking van punt 32 ter zake grief 3 in hoger beroep, te bepalen dat [bedrijf 1] verplicht is het pensioenkapitaal van de man van € 136.966,- bij een verzekeringsmaatschappij af te storten: primair in een bedrag ineens binnen drie maanden na de door het hof te wijzen beschikking, subsidiair (voorwaardelijk) binnen één jaar na de door het hof te wijzen beschikking, meer subsidiair (voorwaardelijk) in maandelijkse gelijke termijnen van € 3.000,-, de eerste termijn binnen één week na de door het hof te wijzen beschikking, en zo vervolgens.
Kosten rechtens.
5. Het hof overweegt als volgt. Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat tussen partijen in geschil is:
de waardering van de aandelen in [bedrijf 1] , [bedrijf 2] ;
de waarde van [bedrijf 3] ;
of de opgebouwde pensioenrechten kunnen worden afgestort zonder dat de bedrijf continuïteit in gevaar komt.
6. Bij gelegenheid van de mondelinge behandeling van de zaak in eerste aanleg zijn partijen overeengekomen dat zij [naam deskundige 1] te [plaats] gezamenlijk opdracht zullen verstrekken bovenstaande vragen te beantwoorden. Zulks is niet verricht. Partijen hebben ieder hun eigen financieel adviseur opdracht gegeven om bovenstaande vragen te beantwoorden. De uitkomsten van de waardering door de afzonderlijke financieel adviseurs van partijen lagen echter ver uiteen, zoals in hoger beroep is gebleken.
7. Het hof is van oordeel dat, alvorens de zaak ten aanzien van de overige geschilpunten te kunnen beoordelen de beantwoording van bovengenoemde vragen thans dient plaats te vinden door een door het hof aangewezen deskundige.
8. Naar het oordeel van het hof dient de deskundige een samengestelde opdracht te krijgen, vanwege onder meer de aanwezigheid van fiscale en pensioenrechtelijke aspecten, alsmede de waardering van de aandelen.
9. Ter zitting heeft het hof kunnen vaststellen dat partijen niet gezamenlijk tot de keuze voor een deskundige konden komen. Derhalve zal het hof een deskundige aanwijzen waarvan het hof weet dat deze voldoende kennis van zaken heeft.
10. Ter beperking van de kosten om te komen tot een efficiënte procesaansturing zal het hof een comparitie van partijen gelasten in aanwezigheid van de accountants van partijen, alsmede de deskundige, alwaar ter zitting de vragen voor de deskundige zullen worden geformuleerd en het tijdspad zal worden uitgezet waarbinnen het deskundigenonderzoek dient plaats te vinden.
11. Partijen alsmede hun financieel adviseurs dienen zich voor de comparitie voor te bereiden met betrekking tot de waarderingsgrondslag van de ondernemingen. Daarbij moeten partijen nadenken of de ondernemingen balansgeoriënteerd moeten worden gewaardeerd dan wel op basis van kasstromen. Indien de ondernemingen op basis van kasstromen moeten worden gebaseerd dienen partijen erover na te denken wie de prognoses opstelt alsmede wat de hoogte dient te zijn van de vermogenskostenvoet. Veertien dagen voor de comparitie dient het hof te beschikken over onder meer de navolgende stukken:
de statuten van de vennootschappen;
recent uittreksel van de kamer van koophandel van de vennootschappen;
het contract van [bedrijf 3] ;
de jaarrekeningen van de besloten vennootschappen enkelvoudig en geconsolideerd met betrekking tot de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016;
de aangiftes vennootschapsbelasting van de vennootschappen alsmede de aanslagen vennootschapsbelasting over de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016;
de jaarrekening van [bedrijf 3] over de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016;
de stakingsbalans tussen de man en de vrouw van [bedrijf 3] en de openingsbalans tussen de vrouw en zoon van [bedrijf 3] ;
de aangiftes Inkomstenbelasting van beide partijen over de jaren 2013, 2014, 2015 en 2016.
12. De deskundige zal op grond van artikel 198 lid 2 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) zijn opdracht uitvoeren onder leiding van een raadsheer-commissaris.
13. De vragen voor de deskundige zullen worden geformuleerd op de nader te bepalen regiezitting.
14. Het hof benoemt tot deskundige [naam deskundige 2] registeraccountant (RA) en registervaluator ( RV), kantoorhoudende te [adres] , [postcode] [plaats] , telefoon [telefoonnummer] .
Aansprakelijkheid deskundige
15. Het hof is ermee bekend dat de deskundige zijn opdracht alleen wenst te aanvaarden indien zijn algemene leveringsvoorwaarden op de opdracht van toepassing zijn.
16. De deskundige dient binnen twee weken nadat hem door de griffier is bericht dat partijen binnen de daarvoor gestelde termijn geen onoverkomelijke bezwaren tegen zijn benoeming naar voren hebben gebracht, zijn leveringsvoorwaarden te doen toekomen aan het hof, aan de vrouw en aan de man.
17. Partijen dienen tijdens de regiezitting zich uit te laten over de vraag of zij zich gebonden achten aan de leveringsvoorwaarden.
Klachten over de deskundige
18. De deskundige dient zijn werkzaamheden te verrichten conform de voor hem geldende gedrag- en beroepsregels.
19. Indien een partij een klacht tegen de deskundige wenst in te dienen, dient deze het hof daarvan in kennis te stellen, zodat het hof in staat is - na partijen en de deskundige te hebben gehoord - te beoordelen of die partij conform artikel 198 lid 3 Rv aan het onderzoek zijn of haar medewerking heeft verleend.
20. Het staat de deskundige vrij om tijdens zijn onderzoek te onderzoeken of een onderlinge regeling tot de mogelijkheden behoort.
21. De opdracht dient door de deskundige zelf te worden uitgevoerd. Het staat de deskundige vrij om bij de uitvoering van zijn werkzaamheden zich te laten bijstaan door derden, indien de deskundige dit in de uitvoering van zijn werkzaamheden noodzakelijk acht. Alvorens hij derden bij zijn werkzaamheden inzet, zal hij de raadsheer-commissaris inlichten.
22. Het uurtarief van de deskundige bedraagt € 250,- exclusief BTW. De deskundige dient zijn declaratie op te stellen aan de hand van de door hem gehanteerde uren en verrichtingenstaat. Het hof zal, alvorens over te gaan tot uitbetaling van de declaratie aan de deskundige, aan partijen om een reactie vragen. Partijen dienen binnen tien dagen te laten weten of zij instemmen met de declaratie. Na die periode stelt het hof de declaratie vast en zal overgaan tot uitbetaling.
23. Ter dekking van de kosten van de deskundige stelt het hof een voorschot vast van € 20.000,- inclusief omzetbelasting. Nu partijen beiden op toevoegingsbasis procederen zal het hof bepalen dat de kosten van de deskundige voorlopig voor ‘s Rijks kas komen.
24. Het hof wijst partijen er nadrukkelijk op dat de eindafrekening van de deskundige, dus de totale kosten van de deskundige, uiteindelijk door partijen moet worden gedragen.
25. Het deskundigenbericht dient binnen vier maanden na de regiezitting met redenen omkleed toegestuurd te worden aan de griffier van het hof.
26. Indien de advocaten en/of de deskundige vragen hebben over de procedure kunnen zij zich wenden tot mevrouw A.W.M. Verheijen (tel. nr. [telefoonnummer] ).
27. Voor de nadere uitwerking van de opdracht aan de deskundige vindt een op een nog nader te bepalen datum een regiezitting plaats.
28. Het hof gelast partijen, hun advocaten en de deskundige bij deze zitting aanwezig te zijn.
29. Ten behoeve van het dossier van de deskundige dienen partijen ter zitting aan de deskundige een kopie van hun paspoort of ander rechtsgeldig identificatiebewijs te verstrekken.
30. Het hof zal tot raadsheer-commissaris benoemen mr. D. Wachter en bij zijn afwezigheid mr. A.N. Labohm
31. Dit leidt tot de volgende beslissing.