[de verdachte]
geboren te [geboorteplaats en geboorteland] op [geboortedatum],
[adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 7 juli 2017 en 28 juli 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte van het ten laste gelegde vrijgesproken, waarbij het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte is opgeheven.
De officier van justitie heeft tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is - na aanpassing van de omschrijving van de tenlastelegging op de voet van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering - ten laste gelegd dat:
zij in of omstreeks in de periode van 27 november 2007 tot en met 18 januari 2012 te Oud-Beijerland, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk mishandelend haar/hun kind(eren), en/of broertje(s) althans een of meerdere perso(o)n(en) die aan haar/hun zorg was/waren toevertrouwd, te weten:
- [ kind I], geboren op [geboortedatum] en/of
- [ kind II], geboren op [geboortedatum] en/of
- [ kind III], geboren op [geboortedatum] en/of
- [ kind IV], geboren op [geboortedatum] en/of
- [ kind V], geboren op [geboortedatum] en/of
- [ kind VI], geboren op [geboortedatum] en/of
- [ kind VII], geboren op [geboortedatum] en/of
- [ kind VIII], geboren op [geboortedatum] en/of
- [ broer I], geboren op [geboortedatum] en/of
- [ broer II], geboren op [geboortedatum]
zijnde haar/hun, verdachtes, zoon(s) en/of dochter(s) en/of broertje(s), althans een of meerdere perso(o)n(en) die aan haar/hun, verdachtes, zorg was/waren toevertrouwd, dagelijks, althans meermalen, althans eenmaal, heeft/hebben
geslagen (met een of meerdere voorwerp(en)),
te weten met:
- een (gebroken) (houten en/of metalen) bezemsteel en/of - een (tafel)poot en/of
- de poot van een (oud) bed en/of
- een (paardrij)zweepje, althans een paardenstokje, en/of - een boek en/of een schoen en/of
- een (dubbelgevouwen) snoer van een (telefoon)oplader,
althans met (een) voorwerp(en) en/of met de hand(en),
en/of gestompt en/of geduwd en/of getrapt en/of geschopt op/tegen hoofd en/of gezicht en/of romp en/of rug en/of bil(len) en/of be(e)n(en) en/of knie(en) en/of arm(en) en/of hand(en) en/of voet(en), althans het lichaam,
- met een stijltang en/of (een) (verwarmd(e)/verhit(te)) stokje(s) en of heet water
op/tegen/bij hoofd en/of gezicht en/of o(o)g(en) en/of romp en/of schouder(s) en/of be(e)n(en) en/of arm(en) en/of voet(en),
waardoor deze letsel, te weten:
- een gebroken pink en/of
- ( een) litteken(s) en/of
heeft/hebben bekomen en/of pijn heeft/hebben ondervonden.
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd en dat de verdachte ter zake van het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van tweehonderdveertig uren, subsidiair honderdtwintig dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest, alsmede tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van drie jaren.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
zij in de periode van 27 november 2007 tot en met
18 januari 2012 te Oud-Beijerland opzettelijk mishandelend haar kinderen, te weten:
- [ kind I], geboren op [geboortedatum] en
- [ kind II], geboren op [geboortedatum] en
- [ kind V], geboren op [geboortedatum] en
- [ kind VI], geboren op [geboortedatum]
zijnde haar, verdachtes, dochters
respectievelijk zoonsmeermalen heeft geslagen met een of meerdere voorwerp(en)
en/of met de hand(en) tegen het lichaam, waardoor deze
pijn hebben ondervonden.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op: