Uitspraak
Gerechtshof Den Haag
Arrest
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 05 oktober 2014 te Hellevoetsluis ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon genaamd [slachtoffer] van het leven te beroven, met dat opzet met een vuurwapen meermalen, althans eenmaal naar/in de richting van die [slachtoffer] heeft geschoten en/of die [slachtoffer] met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp meermalen, althans eenmaal in een/de arm en/of schouder en/of borst en/of rug, althans het lichaam heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 05 oktober 2014 te Hellevoetsluis op de openbare weg Parnassialaan, in elk geval op (een) openbare weg(en) tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas en/of 100 euro, althans een geldbedrag en/of een telefoon, in elk geval enig goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] ,gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
hij op of omstreeks 13 maart 2015 te Almere een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 van Categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool (model Makarov, kaliber 9 mm kort)
hij op
of omstreeks05 oktober 2014 te Hellevoetsluis op de openbare weg Parnassialaan,
in elk geval op (een) openbare weg(en)tezamen en in vereniging met een
of meerander
en, althans alleen,met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas
en/of 100 euro, althans een geldbedrag en/of een telefoon,in elk geval enig goed
(eren), geheel of ten deletoebehorende aan [slachtoffer] ,
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededaders,welke diefstal werd voorafgegaan en
/ofvergezeld
en/of gevolgdvan geweld en
/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken
en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
/ofwelke bedreiging met geweld bestond uit het
/of
en/of voorhouden van een vuurwapen aan die [slachtoffer] en
/of
(daarbij)met een vuurwapen
, meermalen, althans eenmaalschieten
naar/in de richting van die [slachtoffer] en
/of
(met kracht)met een mes
, althans een scherp en/of puntig voorwerpsteken in
een/de arm en/of schouder en/of borst en/of rug, althanshet lichaam van die [slachtoffer] en
/of
(daarbij)(dreigend) aan die [slachtoffer] toevoegen van de woorden: "Geef je geld, of ik schiet je door je kop"
en/of "Geld, anders maken we je dood", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking;
hij op
of omstreeks13 maart 2015 te Almere een vuurwapen in de zin van artikel 1 onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 van Categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool (model Makarov, kaliber 9 mm kort)
/of
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 3.400,00 (drieduizend vierhonderd euro) bestaande uit € 400,00 (vierhonderd euro) materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) immateriële schadeen veroordeelt de verdachte om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij.
€ 605,00 (zeshonderdvijf euro).
€ 3.400,00 (drieduizend vierhonderd euro) bestaande uit € 400,00 (vierhonderd euro) materiële schade en € 3.000,00 (drieduizend euro) immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
44 (vierenveertig) dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van die hechtenis de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft.