Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 31 januari 2017 (bij vervroeging)
1. STICHTING HET NATIONAAL REGISTER VAN CHIROPRACTOREN,
2. CHIROPRACTIE WESTLAND B.V.,
3. [naam],
[naam],
Het geding
het registreren van in Nederland werkende chiropraktoren. Het behartigen van de belangen van de in Nederland werkzame chiropractoren.”
Grief 1richt zich tegen de overweging van de rechtbank dat [geïntimeerde] niet in strijd handelt met de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: de wet BIG). Volgens SNRC c.s. is de rechtbank eraan voorbij gegaan dat [geïntimeerde] wel in strijd met andere wetten handelt, te weten artikel 2 lid 2 sub b van de Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (WKKGZ) en artikel 7:453 BW, alsmede met de zorgvuldigheid die in het maatschappelijk verkeer betaamt. Voor zover SNRC c.s. met grief 1 heeft bedoeld om ook naar andere bepalingen in de WKKGZ en afdeling 7.7.5 BW te verwijzen, wordt daaraan voorbij gegaan, omdat de grief in zoverre onvoldoende specifiek is.
grief 2voert SNRC c.s. aan dat de rechtbank heeft miskend dat iedere zorgaanbieder of hulpverlener dient te handelen overeenkomstig de voor hem geldende professionele standaard. Volgens
grief 3heeft de wetgever er de voorkeur aan gegeven om zoveel mogelijk aan de beroepsgroepen zelf over te laten wat de beroepsnormen zijn. De rechtbank lijkt volgens SNRC c.s. ten onrechte te menen dat een professionele standaard in een wet of verordening moet zijn vastgelegd om als professionele standaard te kunnen gelden.
Grief 4richt zich tegen de overweging van de rechtbank dat niet valt in te zien dat [geïntimeerde] gebonden is aan de door de World Health Organisation (WHO) vastgestelde “
Guidelines on Basic Training and Safety in Chiropractic”. Iedereen in de wereld die chiropractie uitoefent wordt geacht zich hieraan te houden en een chiropractor die dat niet doet zal in de regel in strijd handelen met de zorgvuldigheid die het maatschappelijk verkeer betaamt, aldus SNRC c.s. Volgens
grief 5kan, anders dan de rechtbank heeft overwogen, niet in het midden blijven of [geïntimeerde] voldoet aan de Nederlandse normen voor chiropractie.
Grief 6is gericht tegen de verwerping door de rechtbank van het betoog van SNRC c.s. dat [geïntimeerde] de goede naam van de chiropractie in Nederland schade toebrengt door het enkele feit dat hij het vak van chiropractor uitoefent zonder een door SNRC c.s. voorgeschreven diploma.
Grief 7ziet op het door de rechtbank gemaakte onderscheid tussen “chiropraktiker” en “chiropractor”.
Grief 8is gericht tegen de overweging van de rechtbank dat SNRC c.s. ten onrechte (zware) verwijten aan het adres van [geïntimeerde] maakt die in het geheel niet zijn gefundeerd. Volgens
grief 9heeft de rechtbank bij haar oordeel dat het causaal verband ontbreekt, over het hoofd gezien dat het UWV met [geïntimeerde] kwam aanzetten bij wijze van prioriteit genietend aanbod, welk aanbod reden was om de tewerkstellingsvergunning te weigeren.
Grief 10ziet tot slot op de verwerping door de rechtbank van de stelling van SNRC c.s. dat [geïntimeerde] in strijd met het merkenrecht handelt. Volgens SNRC c.s. is de rechtbank uitgegaan van een verkeerde lezing van de stelling van SNRC c.s.; de stelling is niet dat [geïntimeerde] inbreuk maakt op een merkenrecht, maar dat hij handelt in strijd met afdeling 6.3.3A BW en met name artikel 6:193c BW doordat hij suggereert dat hij chiropractor is.
“Nederlandse normen voor de chiropractie”en de gelijkluidende
“Europese normen voor de chiropractie”en voorts naar in 2005 door de WHO opgestelde “opleidingseisen” die volgens SNRC c.s. inhouden dat 4464 studie uren moeten worden gevolgd. [geïntimeerde] voldoet niet aan de in deze stukken gestelde opleidingseisen, aldus SNRC c.s. Volgens SNRC c.s. is daardoor sprake van handelen in strijd met de wet, althans met de zorgvuldigheid die het maatschappelijk verkeer betaamt.
Guidelines on Basic Training and Safety in Chiropracticzelf, maar slechts naar een bijlage daarbij met het opschrift: “
Annex 2: A sample four-year, full-time accredited programme” (zie productie 10 van SNRC c.s.). De bijlage betreft een
voorbeeldvan een
“chiropractic programme”. Ten onrechte meent SNRC c.s. hieruit te kunnen afleiden dat in Nederland als professionele standaard geldt dat eenieder die zich chiropractor noemt, een opleiding overeenkomstig dit voorbeeld moet hebben gevolgd. Zoals overwogen stelt de in deze relevante wet, de wet BIG, geen opleidingseisen aan chiropractoren. Hoeveel relevante opleidingsuren [geïntimeerde] in Duitsland heeft gevolgd – partijen strijden daarover – kan verder in het midden blijven.
in deze landengaat werven alvorens buiten Europa naar een chiropractor te zoeken. Er is in de beschikking niet verwezen naar [geïntimeerde].