Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Arrest van 31 januari 2017
[appellant],
Q-PARK OPERATIONS NETHERLANDS II B.V.,
Het geding
Beoordeling in hoger beroep
”
” (…)
” (…)
” (…)
” (…)
2van de LAVI-akte als gerechtigde dient te worden aangemerkt omdat [appellant] “gerechtigde” is op grond van artikel 1 jo. 13.
1van de LAVI-akte. De kantonrechter heeft hem daarom ten onrechte het bewijs opgedragen dat hij vóór de opleveringsdatum van zijn appartement aanspraak heeft gemaakt op een parkeerabonnement in de parkeergarage. Het hof zal de grieven hierna gezamenlijk beoordelen. Allereerst zal echter worden ingegaan op het door Q-park gevoerde ontvankelijkheidsverweer.
Koper is bekend met de door Verkoper, casu quo aan Verkoper gelieerde vennootschappen, gesloten overeenkomsten inzake de rechten van derden om gebruik te kunnen maken van de parkeerfaciliteiten in het Verkochte. Welke derden deze rechten toekomen is onder andere aangegeven in de bijlage 5 van de door Verkoper met PMN [... 2] B.V. gesloten huurovereenkomst inzake het Verkochte van welke huurovereenkomst een kopie is gehecht aan de Turnkey-Koopovereenkomst.”)(verder: artikel 13.1). Volgens [appellant] is met
“gesloten overeenkomsten inzake de rechten van derden om gebruik te kunnen maken van de parkeerfaciliteiten in het Verkochte”gedoeld op: de PMN huurovereenkomst, een pagina uit een folder van LAVI en een samenwerkingsovereenkomst d.d. 11 juni 1993 tussen de gemeente Den Haag en MAB Bouwfonds LAVI-kavel Beheer B.V. Ook stelt [appellant] dat artikel 13.1 betrekking heeft op destijds (ten tijde van de totstandkoming van de LAVI-akte) reeds bestaande appartementseigenaren en artikel 13.2 op toekomstige appartementseigenaren.
“gesloten overeenkomsten betreffende de rechten van derden om gebruik te kunnen maken van de parkeerfaciliteiten in het Verkochte van de parkeergarage”bedoeld zijn de overeenkomsten die worden geciteerd in artikel 13.2 tot en met 13.6 van de LAVI-akte.
“gesloten overeenkomsten inzake de rechten van derden om gebruik te kunnen maken van de parkeerfaciliteiten in het Verkochte”; beschreven wordt slechts
welke derdendeze rechten hebben. In dit verband is verwezen naar (onder andere) de derden genoemd in bijlage 5 van de PMN huurovereenkomst (hierna: bijlage 5, weergegeven in rechtsoverweging 1.11). In bijlage 5 is onder meer het cluster genoemd waarvan het appartement van [appellant] deel uitmaakt - cluster 8.1.c - met 22 parkeerplaatsen.
nietbedoeld ter specificatie van de eerdergenoemde
“gesloten overeenkomsten”. In bijlage 5 wordt slechts in algemene zin melding gemaakt van “abonnementen”.
gesloten overeenkomsten” in artikel 13.1 wordt wel duidelijk in de context van de aansluitende artikelen 13.2 tot en met 13.6. In deze bepalingen zijn diverse “
gesloten overeenkomsten”genoemd die betrekking hebben op de voorwaarden waaronder de in artikel 13.1 bedoelde derden in de parkeergarage mogen parkeren. Het gaat daarbij telkens om de door die derden te betalen parkeertarieven. Gelet op de herhaling van de in artikel 13.1 genoemde term “
gesloten overeenkomsten” en gelet op het feit dat de in artikel 13.2 tot en met 13.6 genoemde “
gesloten overeenkomsten” bovendien betrekking hebben op de parkeerrechten van de in artikel 13.1 bedoelde derden, is het hof van oordeel dat met de in artikel 13.1 genoemde “
gesloten overeenkomsten inzake de rechten van derden om gebruik te kunnen maken van de parkeerfaciliteiten” zijn bedoeld de overeenkomsten die zijn genoemd in de artikelen 13.2 tot en met 13.6.
oplevering van zijn appartement (en ook voor de levering van de parkeergarage op 29 juni 2000 aan Wesinvest) een parkeerabonnement bij PMN aangevraagd. Met dit laatste is [appellant] op zichzelf geslaagd in de door de kantonrechter gegeven bewijsopdracht. Die omstandigheid brengt naar het oordeel van het hof echter niet mee dat [appellant] gerechtigde in de zin van artikel 13.2 is. In dit artikel verklaart Westinvest (en via het derdenbeding ook Q-park) zich slechts bekend met een clausule die voorkomt in de met de kopers van appartementsrechten in onder meer cluster 8.1.c gesloten koop-/aannemingsovereenkomsten waarin woordelijk de clausule voorkomt:
“Verkrijger heeft tot de datum van oplevering het recht tot afname van een abonnement met betrekking tot de huur van een parkeerplaats in de nabij gelegen Muzenpleingarage op basis van de vigerende huurprijzen.”(hierna: de clausule).
nietin hun koop-/aannemingsovereenkomst te bedingen, en dat het ontbreken van dit recht bij deze groep kopers is verdisconteerd in hun koop-/aannemingsovereenkomst (hetgeen volgens Q-park niet wegneemt dat zij wel een abonnement kunnen aanvragen, maar er is dan geen garantie dat er onder alle omstandigheden een abonnement beschikbaar is).