ECLI:NL:GHDHA:2017:1933
Gerechtshof Den Haag
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de schuldsaneringsregeling en vernietiging vonnis rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben appellanten hoger beroep ingesteld tegen een vonnis van de rechtbank Den Haag, waarin hun verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling werd afgewezen. Het hof heeft op 27 juni 2017 uitspraak gedaan. De appellanten, bijgestaan door hun advocaat mr. O.P. Kuit, hebben op 23 september 2016 een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de schuldsaneringsregeling, met een totale schuldenlast van € 197.184,51. De rechtbank had het verzoek afgewezen op grond van onvoldoende aannemelijkheid dat de appellanten te goeder trouw waren ten aanzien van het ontstaan van hun schulden en dat zij hun verplichtingen zouden nakomen.
In hoger beroep hebben de appellanten betoogd dat een belastingschuld van € 575,00 buiten de vijfjaarstermijn valt en dat de Belastingdienst geen bezwaar heeft tegen de schulden. Het hof heeft vastgesteld dat de appellanten te goeder trouw zijn geweest en dat de belastingschuld niet in de weg staat aan de toepassing van de schuldsaneringsregeling. Bovendien heeft de appellante aangetoond dat zij arbeidsongeschikt is en bereid is haar verplichtingen na te komen.
Het hof heeft geconcludeerd dat er geen beletselen zijn voor de toepassing van de schuldsaneringsregeling en heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd. De zaak is verwezen naar de rechtbank voor de uitvoering van de schuldsaneringsregeling. De beslissing van het hof is genomen in aanwezigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.