[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag],
adres: [adres].
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen in eerste aanleg en het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van dit hof op 16 juni 2017.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
In eerste aanleg is de verdachte ter zake van het ten laste gelegde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van het voorarrest en met als bijzondere voorwaarden een meldplicht, een klinische opnameverplichting en een ambulante behandelverplichting als nader in het vonnis waarvan beroep omschreven. Voorts is omtrent de vordering van de benadeelde partij beslist als nader vermeld in het vonnis waarvan beroep.
Namens de verdachte is tegen het vonnis hoger beroep ingesteld.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, op of omstreeks 02 november 2014 te Ouddorp, gemeente Goeree-Overflakkee, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of door bedreiging met geweld en/of bedreiging met (een) andere feitelijkhe(i)d(en) iemand, te weten [aangever], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het (meermalen): - (tong)zoenen van die [aangever]en/of
- aftrekken van die [aangever] en/of
- zich laten aftrekken door die [aangever] en/of
- pijpen van die [aangever] en/of
– zich laten pijpen door die [aangever] en/of
- brengen en/of houden van zijn, verdachtes, penis in de anus van die [aangever],
het geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of de bedreiging met geweld en/of de bedreiging met (een) ander feitelijkhe(i)d(en) heeft/hebben bestaan uit het:
- tonen van een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, aan die [aangever] en/of
- die [aangever] (dreigend) de woorden toevoegen: "Sta op van je stoel" en/of "Ik ga je vermoorden, maar eerst snijd ik je oor eraf" en/of "Blijf stil staan" en/of "Kijk niet achterom" en/of "Loop die kamer binnen" en/of "Kleed je uit" en/of "Maak je zakken leeg" en/of "Houd je smoel dicht", althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking, en/of
- vastpakken van die [aangever] en/of
- kijken in de portemonnee van die [aangever] en/of
- op bed duwen van die [aangever] en/of
- vastpakken van de penis van die [aangever] en/of (vervolgens) (meermalen) aftrekken van die [aangever] en/of
- ( meermalen) zich laten aftrekken door die [aangever] en/of
- ( meermalen) duwen van het hoofd van die [aangever] naar zijn, verdachtes, penis en/of zich (vervolgens) laten pijpen door die [aangever] en/of
- slaan en/of stompen tegen het hoofd en/of de rug van die [aangever] en/of
- ( meermalen) pijpen van die [aangever] en/of
- ( meermalen) die [aangever] laten spugen op zijn, verdachtes, hand en/of (vervolgens) met die spuug nat maken van de anus van die [aangever] en/of
- ( meermalen) brengen van zijn, verdachtes, penis in de anus van die [aangever] en/of
- met zijn, verdachtes, vingers open duwen/maken van de mond van die [aangever] en/of
- ( meermalen) (tong)zoenen van die [aangever].
Vordering van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd met uitzondering van de strafoplegging en dat aan de verdachte zal worden opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van het voorarrest en met oplegging van de bijzondere voorwaarden als bepaald in het vonnis waarvan beroep.
Het vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep kan niet in stand blijven omdat het hof zich daarmee niet verenigt.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij, op 02 november 2014 te Ouddorp, gemeente Goeree-Overflakkee, door geweld en andere feitelijkheden en door bedreiging met geweld [aangever], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam, namelijk het (meermalen):
- tongzoenen van die [aangever] en
- aftrekken van die [aangever] en
- zich laten aftrekken door die [aangever] en
- pijpen van die [aangever] en
– zich laten pijpen door die [aangever] en
- brengen en houden van zijn, verdachtes, penis in de anus van die [aangever],
het geweld en andere feitelijkheden en de bedreiging met geweld hebben bestaan uit het:
- tonen van een mes aan [aangever] en
- die [aangever] (dreigend) de woorden toevoegen: "Sta op van je stoel" en "Ik ga je vermoorden, maar eerst snijd ik je oor eraf" en "Blijf stil staan" en "Kijk niet achterom" en "Loop die kamer binnen" en "Kleed je uit" en "Maak je zakken leeg" en "Houd je smoel dicht", en
- vastpakken van die [aangever] en
- kijken in de portemonnee van die [aangever] en
- op bed duwen van die [aangever] en
- vastpakken van de penis van die [aangever] en vervolgens meermalen aftrekken van die [aangever] en
- meermalen zich laten aftrekken door die [aangever] en
- meermalen duwen van het hoofd van die [aangever] naar zijn, verdachtes, penis en zich vervolgens laten pijpen door die [aangever] en
- slaan tegen het hoofd en de rug van die [aangever] en
- meermalen pijpen van die [aangever] en
- meermalen die [aangever] laten spugen op zijn, verdachtes, hand en vervolgens met die spuug nat maken van de anus van die [aangever] en
- meermalen brengen van zijn, verdachtes, penis in de anus van die [aangever] en
- met zijn, verdachtes, vingers open maken van de mond van die [aangever] en
- meermalen tongzoenen van die [aangever].
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het arrest vereist met de bewijsmiddelen dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, zal zulks plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit arrest zal worden gehecht.
De raadsman heeft – overeenkomstig zijn ter terechtzitting in hoger beroep overgelegde en in het procesdossier gevoegde pleitnota – betoogd dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Daartoe heeft hij aangevoerd dat de verklaringen van aangever dat sprake zou zijn geweest van dwang ongeloofwaardig zijn. De raadsman baseert dit op de inhoud van de afgelegde verklaringen en op het CIOT- en WhatsApponderzoek.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Betrouwbaarheid van de verklaring van aangever
Aangever heeft meerdere keren een verklaring afgelegd en is daarbij stevig ondervraagd. De verklaringen van de aangever zijn op essentiële punten consistent. Aangever heeft verklaard dat hij bij thuiskomst meteen aan zijn ouders heeft verteld wat er was gebeurd. De moeder van aangever heeft verklaard hoe zij haar zoon direct bij thuiskomst aantrof en over hetgeen hij vertelde dat hem was overkomen. Deze verklaring komt overeen met de verklaringen van aangever.
De stelling van de raadsman dat de verklaring van de verdachte veel aannemelijker is, is niet nader onderbouwd. Bovendien heeft de verdachte inconsistent verklaard over hetgeen zich in de bewuste nacht precies heeft afgespeeld. Pas toen uit een tweetal DNA-onderzoeken was gebleken dat sprake was geweest van seksueel contact tussen aangever en de verdachte, heeft de verdachte verklaard dat hij inderdaad seks heeft gehad met aangever.
CIOT- en WhatsApponderzoek
De raadsman heeft aangevoerd dat de telefoon van aangever tussen 1.56.27 uur -3.44.16 uur via WhatsAppp veelvuldig contact heeft gehad met verschillende personen. Volgens de raadsman is in geen enkel bericht enige vorm van dwang en/of angst te bemerken.
Het hof is van oordeel dat de door de raadsman genoemde WhatsAppcontacten niets zeggen over het feit zoals ten laste is gelegd. Zoals aangever heeft verklaard, hebben de verdachte en aangever eerst wat gedronken en gegeten toen zij bij de verdachte thuis waren aangekomen. In dat tijdsbestek hebben de WhatsAppcontacten plaatsgevonden. Toen aangever vertelde dat hij naar huis zou gaan, deed de verdachte op een gegeven moment ineens het licht uit en zag aangever de verdachte achter zich staan met een groot mes. De verdachte bedreigde de aangever dat hij hem zou vermoorden. Aangever moest zich toen uitkleden en is niet weggegaan, omdat hij bang was dat de verdachte hem zou steken. Vervolgens heeft de verdachte seksuele handelingen verricht bij aangever en moest aangever ook seksuele handelingen verrichten bij de verdachte, waarbij over en weer sprake was van seksueel binnendringen van het lichaam. Pas na de voornoemde WhatsAppcontacten was dus een situatie ontstaan waarin aangever zich niet tegen de hem opgedrongen seksuele handelingen heeft kunnen verzetten.
Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat – anders dan de aangever heeft verklaard - uit het dossier blijkt dat de verdachte ook telefonische- en internetcontacten heeft gehad ten tijde van het incident en in de tijdspanne tussen 6.05.49 uur -7.15.05 uur. Ook dat zou impliceren dat de aangever onjuist heeft verklaard.
Het hof leidt uit het gerelateerde in het proces-verbaal van bevindingen met nr. PL1700-2014443025-41 met bijlagen en het proces-verbaal van bevindingen met nr. PL1700-2014443025-37 met bijlagen af dat de verdachte gedurende een periode van meer dan een uur niet heeft uitgebeld en – meer in het bijzonder - de sms-jes en oproepen van zijn (zoals uit de op zijn telefoon binnengekomen berichten blijkt kennelijk ongeruste) moeder niet heeft beantwoord. Ook blijkt niet dat er gegevens uit de telefoon zijn verwijderd die gerelateerd kunnen worden aan het voor het ten laste gelegde relevante tijdsbestek. Het dossier biedt geen steun voor de stelling van de verdediging dat de aangever hierover onjuist heeft verklaard.
Op dit punt mist het verweer feitelijke onderbouwing.
Gelet op bovenstaande ziet het hof geen aanleiding te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de aangifte en de getuigenverklaring. Naar het oordeel van het hof kunnen deze verklaringen dan ook voor het bewijs worden gebezigd.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op: