Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
gevestigd te Voorburg, gemeente Leidschendam-Voorburg
1.Het geding
De feiten
3.Het geschil
4.Beoordeling in hoger beroep
verjaring
welke facturen horen bij het openstaande bedrag.” Daarop zijn uitsluitend facturen vermeld die betrekking hebben op de jaren 2011 tot en met 2014. Dat [geïntimeerde] ook het overzicht van de vanaf 2006 in totaal verschuldigde premies en de daarop door [appellant] betaalde bedragen heeft overgelegd doet daar niet aan af. Dit laatste overzicht heeft [geïntimeerde] niet overgelegd om inzicht te geven in de nog openstaande facturen.
polis 40493434
polis 61777860
polis 3633000906
polis 1051000731
Daarnaast wordt ik nu geconfronteerd met een schade aan het woonhuis op de Torenmolen en wordt er nu van mij verwacht dat ik even de schade op de meest korte termijn af wil wikkelen. Hiertoe ben ik best bereid echter dan zal er wel eerst een redelijke betaling aan ons gedaan moeten worden.” Op dit beroep stuit het verweer reeds af. Daar komt nog het volgende bij. Voor zover [appellant] , die geen tegenvordering heeft ingesteld, een beroep op verrekening wil doen, is de gegrondheid van zijn vordering niet op eenvoudige wijze vast te stellen (artikel 6:136 BW). Het verweer kan ook om die reden niet slagen.
polis 3633000450
polis 9643001148
polis 1051001124
Slotsom
- vernietigt het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter van 25 november 2015 uitsluitend voor wat betreft de hoofdsom en in zoverre opnieuw rechtdoende:
- veroordeelt [appellant] tot betaling van een bedrag van € 3.041,23, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de respectievelijke vervaldata van de openstaande facturen;
- bekrachtigt het bestreden vonnis voor het overige;
- veroordeelt [appellant] in de proceskosten in hoger beroep, aan de zijde van [geïntimeerde] tot op heden begroot op € 718,- aan griffierecht en € 632,- (1 punt à tarief I) aan kosten van de advocaat en bepaalt dat deze bedragen binnen veertien dagen na de dag van deze uitspraak moeten zijn voldaan, bij gebreke waarvan de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW verschuldigd is vanaf het einde van voormelde termijn tot aan de dag der algehele voldoening;
- verklaart dit arrest ten aanzien van de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;